Marie Curie was één van die vrouwen waarvan je je afvraagt, hoe kreeg ze het toch allemaal voor elkaar? Twee Nobelprijzen op zak, twee dochters gebaard (waarvan er ééntje ook weer een Nobelprijs won), en zelfs op latere leeftijd liep ze er nog altijd stralend bij.
Dat wil zeggen, in de eerste plaats liep ze er letterlijk stralend bij. De radioactieve materialen waar de beroemde scheikundige onderzoek naar deed, hadden hun sporen in haar lichaam nagelaten. Na jaren blootgesteld te zijn aan radioactiviteit, was Marie Curie zelf een wandelende stralingsbron geworden. Haar stoffelijk overschot, maar ook de kleding die ze droeg, zijn nog altijd gevaarlijk radioactief.
De Franse nationale bibliotheek, die haar nalatenschap beheert, heeft haar kleding dan ook opgeslagen in kisten met een dikke loodlaag. Bezichtiging is alleen mogelijk met een hazmat-achtig beschermpak aan – en vooralsnog geheel op eigen risico.
Wie tussen die kleding prachtige couturejaponnen hoopt aan te treffen, komt waarschijnlijk bedrogen uit, want veel belangstelling voor de laatste modes had Marie Curie niet. Toch kende ze tijdens haar leven een klein moment van fashion influencer-schap. Dit was onder meer te danken aan het radioactieve materiaal radium dat zij en haar man in 1898 hadden ontdekt.
Radium, een onbekend materiaal dat een mysterieuze straling en toverachtige blauwe gloed afgaf, sprak destijds sterk tot de maatschappelijke verbeelding. Net als radioactiviteit zelf, dat toen al als grote belofte voor de wetenschap werd gezien. Daar speelde de modeindustrie graag op in – overigens samen met de rest van de commerciële wereld.
Chocola, tandpasta, condooms, kinderspeelgoed, tafelwater, gezichtscrèmes en allerlei soorten geneesmiddeltjes: in de vroege 20e eeuw was er van alles in radiumvariant verkrijgbaar. Niemand, ook de ontdekkers zelf niet, wist namelijk nog hoe schadelijk radioactieve straling voor de gezondheid kon zijn.
De hoop dat radium medische wonderen kon verrichten, was tot er daadwerkelijk slachtoffers vielen vele malen groter dan de angst voor eventuele risico’s. Dat is terug te zien in reclamemateriaal voor radioactieve producten uit de eerste drie decennia van de 20e eeuw, dat radium als bron van kracht, vitaliteit en viriliteit presenteert.
Op modegebied waren vooral onderkleding en wollen goederen populair onder de radiumcommerçanten. Zo bracht een zekere Docteur Bauray de radioactieve onderkledinglijn Iradia uit, die als we de advertentie moeten geloven warm genoeg was om een skitochtje in de Alpen mee te maken.
Liefhebbende moeders konden snoezige vestjes breien voor hun kroost met Oradiumwol, een radioactieve ‘bron van warmte en vitaliteit’. Rechtstreeks uit het medisch laboratorium afkomstig, beweerde de verpakking. Wie geen zin had om zelf te breien, kon ook kant en klare onderkleding van deze ‘wetenschappelijk behandelde, medische wol’ kopen.
Voor mannen boven de 40 wiens ‘levensfuncties’ (voortplantingsdrift?) minder werden, bestond er Radiwoll. Deze flanellen stof met radioactief poeder tussen de plooien werd als ondergoed gedragen, of in compresvorm onder de kleding. De compressen zouden volgens hun fabrikant zelfs kanker, jicht, reuma en allerlei soorten kwalen kunnen genezen – claims die men toen overigens ook al wel met een korrel zout nam.
Waren al deze spullen ook echt radioactief of radiumhoudend? Een deel lijkt gelukkig slechts van de naam radium geprofiteerd te hebben. Canadese laboranten hebben onlangs een ‘Radium’-deken (‘healthfully radioactive!’) uit de jaren 1920 getest, en daarin geen sporen van radioactiviteit of radium aangetroffen. Het is goed mogelijk, dat de kopers van Radiwoll en soortgelijke artikelen op dezelfde manier voor de gek gehouden werden.
Vaak lukte het alleen met de naam ‘radium’ al wel om een product aantrekkelijk te maken voor consumenten. De zijden stof ‘Radium imprimé’ die Hirsch & Cie in 1920 verkocht, zal ongetwijfeld radiumvrij geproduceerd zijn, maar was wel één van de duurdere stoffen uit hun advertentie. Zwitserse zijdefabrikanten hadden al eerder radiumzijde en -velours in Nederland geïntroduceerd, waarbij niets erop wijst dat radium meer dan een aantrekkelijke productnaam was. Ook een advertentie voor ‘Radium sokken’ tegen zweetvoeten maakt geen melding van toegevoegde straling of radioactief poeder.
Toch werden er wel degelijk radiumproducten geproduceerd die minder onschuldig voor de gezondheid waren. Het maken van radiumhoudende horloges heeft bijvoorbeeld in de jaren 1920 meerdere fabrieksarbeidsters het leven gekost. Ook het gebruik van ‘geneesmiddelen’ en watertjes waaraan radium was toegevoegd, hebben sommigen met hun leven moeten bekopen. Pas in de jaren 1930 kwam er strengere marktregulering en meer bewustwording van de gezondheidsrisico’s rond radioactiviteit.
Of daadwerkelijk radioactieve modeartikelen dusdanig veel straling bevatten dat zij gevaarlijk voor de gezondheid waren, is een tweede vraag. Opvallend is vooral hoe makkelijk medische wondermiddelen op de markt gebracht konden worden, zonder dat er risico-onderzoek nodig werd geacht. Wat dat betreft mag geen bedrogen consument zich zo gelukkig prijzen, als de koper van onechte radiumartikelen.
Afb. 1: Marie Curie (1867-1934) in haar laboratorium
Afb. 2: Advertentie voor onderkleding Iradia
Afb. 3: Advertentie Laine Oradium
Afb. 4: Onderkleding Laine Oradium
Afb. 5: Advertentie voor Radiwoll, 1934
Afb. 6: Radiwoll, stofstaal en prijscourant, 1926
Afb. 7: Radiumzijde bij Hirsch & Cie, Algemeen Handelsblad 27-03-1920
Afb. 8: Radiumsokken, Bredasche Courant 19-07-1910
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie