In de huidige tentoonstelling in de damastweverij van het TextielMuseum wordt het ontwerp- en maakproces van damasten tafelgoed getoond. Een uniek verhaal vanwege de aansprekende ontwerpers, de bijzondere geschiedenis, de speciale toepassing, de artistieke en technische innovaties en de intrigerende weeftechniek.
Tot 1900 worden in Nederland de voorstellingen naar bestaande voorbeelden geweven die vaak niet meer terug te voeren zijn op één tekenhand of ontwerper. In het begin van de twintigste eeuw gaan damastweverijen aan kunstenaars opdracht geven om artistieke dessins en voorstellingen te ontwerpen. Vanaf die tijd kunnen we het ontwerpproces volgen dankzij de bewaarde schetsen, patroontekeningen en de uiteindelijke weefsels in de collectie van het TextielMuseum. Een bekende samenwerking is die tussen Linnenfabrieken E.J.F. van Dissel & Zn. en kunstenaar Chris Lebeau, een ander voorbeeld is Damastweverij W.J. van Hoogerwou & Zn. met o.a schilder en tekenaar L.A. Kortenhorst. Wanneer deze damastweverij in 1970 de deuren sluit, worden de oorspronkelijke handweefgetouwen, het archief van patroontekeningen, Jacquardkaarten, stalenboeken en het tafellinnen zelf onderdeel van de erfgoedcollectie van het TextielMuseum. Ook het werk van L.A. Kortenhorst wordt in de collectie bewaard, waaronder het ontwerp ‘Distel met Atlanta’.
Met de opkomst van de Art Nouveau verschijnen er ontwerphandleidingen voor het stileren van plant- en diermotieven, waaronder de hieronder afgebeelde ‘Fuchsia’ platen uit ‘Handleiding bij het ontwerpen van motieven naar plantvormen’ van A.A. Tekelenburg uit 1913. Ze laten zien hoe vormen worden geabstraheerd tot een vlakke weergave zonder schaduw. Dit noemen we vlakornament waarbij elke driedimensionaliteit ontbreekt en dat in herhaling kan worden toegepast. Hiermee kan een groot oppervlak met ornamenten worden gevuld. De ontwerpers gebruiken hiervoor een geometrisch raster. Zo wordt het mogelijk om randmotieven eindeloos te herhalen, te vergroten en te verkleinen en hoekmotieven in te passen, zoals te zien in het daarnaast afgebeelde tafelgoed ‘Fuchsia’ van Cornelis van der Sluys.
Inmiddels is het TextielMuseum zelf ook opdrachtgever voor ontwerpers die hedendaags damast vormgeven dat in het TextielLab wordt geweven. Deze maakprocessen worden uiteraard ook vastgelegd en samen met de resultaten bewaard in de collectie van het museum. Bijvoorbeeld het tafelgoed ontworpen door Studio Glithero geïnspireerd door het systeem van ponskaarten dat de informatie bevat over het te weven patroon en de binding van het weefsel. In het ontwerp voor hun weefsel hebben de ontwerpers de ponskaarten of Jacquardkaarten tot onderwerp van het design gemaakt. Het tafelgoed toont de vloeiende gang van de ponskaarten door het getouw, het abstracte design dat door de ponsgaten wordt gevormd en de 'confetti' die overblijft als je het patroon erin stanst. Zo zetten ze de schoonheid van de doodgewone kaarten op een voetstuk en vestigen zij de nadruk op hun cruciale rol in het maakproces van jacquard geweven stoffen.
Met de groei van de populariteit van het Koningshuis vanaf de 19de eeuw ontstaat de traditie om bijzondere damasten te weven ter ere van een koninklijke gebeurtenis. Damastweverijen geven kunstenaars opdracht om speciale gedenkdamasten te ontwerpen, die op de vrije markt te koop zijn. In een aantal gevallen maken de weverijen ze uitsluitend voor het koningshuis. Deze traditie wordt voortgezet door het TextielMuseum. Sinds 1980 geeft het museum hedendaagse kunstenaars en ontwerpers de opdracht om gedenkdamast te ontwerpen dat in het TextielLab wordt uitgevoerd. Zo heeft Jan Taminiau in 2017 een damasten tafellaken ontworpen ter gelegenheid van het bezoek van koning Willem-Alexander en koningin Máxima aan Tilburg en de 50e verjaardag van de koning. Het ontwerp is geïnspireerd door de cirkel van het leven. Het tafellaken vertelt in 50 taferelen het verhaal van een leeuw die opgroeit, van jonge welp tot een volwassen leeuw. De levensloop wordt ondersteund door details zoals het ontluiken van bloesem, de groei van de appeltjes van Oranje en de leeuwin en welpen die zich bij hem voegen. In ieder beeld wordt de leeuw omringd door de Nederlanders die het tafereel aanschouwen en er onderdeel van zijn. Het vertalen van de geraffineerde illustraties naar een damast – wit en glanzend met ingeweven patronen – gecombineerd met 3D-borduursels om een extra gelaagdheid te krijgen, is een ware meesterproef.
Het weven van grote patronen in damast is lang uitzonderlijk kostbaar en technisch uitdagend geweest. De Jacquardkop kan patronen tot 60 cm breed weven, bij grotere patronen moet er een tweede weefboek en Jacquardkop worden toegevoegd. Daarom zie je in damast vaak motieven die zich herhalen en spiegelen. In 2000 schafte het TextielMuseum een computergestuurde Jacquardweefmachine aan. Vanaf dan is het mogelijk om eindeloze voorstellingen te weven. De beperking van de Jacquardkaart is dan verdwenen. Dit is zichtbaar in de damasten die vanaf die tijd in het TextielLab zijn geweven. De patronen worden groter en gevarieerder en beslaan het hele tafellaken. Een mooi voorbeeld hiervan is het tafellaken ‘Life of a Tuna Fish’ door ontwerpduo Scholten & Baijings. Hierop zie je in zes handgetekende patronen het leven van een tonijn, van de vangst tot en met de verwerking.
Door de grote collectie artistiek damast, die sinds 1890 is verzameld, is er heel veel bron- en inspiratiemateriaal aanwezig. Dit heeft voor het opdrachtenbeleid van het TextielMuseum een grote stimulerende werking. Regelmatig grijpen hedendaagse ontwerpers terug op het werk van hun voorgangers. Het ontwerp ‘Narcis’ van Chris Lebeau uit 1908 is inspiratiebron voor het tafelgoed ‘Tweened Damask’ van ontwerpersduo Minale Maeda. Ze passen hierop het principe van animatie toe gebaseerd op de zoötroop; een apparaat dat in de begindagen van de film is gebruikt om beelden te laten bewegen. Verschuivingen in het ontwerp geven de illusie dat het patroon beweegt.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie