“Je kamer is net een museum!”, “Je zou mensen moeten laten betalen om je kamer te mogen betreden”; dit zijn enkele van de vele opmerkingen die ik van vriendinnen en familie ontvang als reactie op mijn verzamelwoede van prullaria en modieuze items. Ik koop gerust een paar hakken met pluizige konijnenoortjes en aan de achterkant een donzig staartje bevestigd, ook al weet ik dat de gelegenheid om deze te dragen zich vrijwel nooit zal voordoen. “Ik móest ze gewoon hebben, alleen al om naar te kijken”, zeg ik dan. Ik kan ze beter tentoonstellen in een glazen vitrine.
Zonder twijfel is deze obsessie met alleen al het kijken naar esthetisch bevredigende objecten de bron van mijn fascinatie met mode in musea (en mode in het algemeen). Reden genoeg om me voor mijn thesis, voor de Master Creative Industries aan de Radboud Universiteit Nijmegen, te richten op dit zich (nog altijd) rap ontwikkelende fenomeen.
In het bijzonder onderzoek ik hoe de concepten dress museology, fashion museology en new museology, zoals deze besproken zijn door modehistorica Marie Riegels Melchior, zich tot elkaar verhouden in de modetentoonstelling Uit de Mode (2017) in het Centraal Museum te Utrecht. Deze drie praktische concepten benaderen mode in musea vanuit verschillende perspectieven en hebben alle drie hun eigen voordelen. Verenig deze drie benaderingen in één tentoonstelling, zoals in Uit de Mode, en je hebt een zeer meeslepende en intelligente modetentoonstelling te pakken.
Hoofdbeeld: v.l.n.r. Marie Thierbach-Paris, reformjapon van ripszijde, 1912, schenking door mevrouwJ.L. Redeke-Hoek, collectie Cebtraal Museum Utrecht. - Onbekend, driedelig ensemble van tafzijde en kant, 1862-1864, schenking door de nazaten van Cornelia Maria Lamasion, collectie Centraal Museum Utrecht. - Claes Iversen, jurk Paula Vertical Illumination collectie, 2014, collectie Centraal Museum Utrecht. Fotograaf: Judith van Hilten.
Dress museology richt zich hoofdzakelijk op de museale collectie en de praktijk van het verzamelen en conserveren, zoals Melchior aangeeft. Daarnaast legt dress museology nadruk op de materialiteit van het kledingstuk, rekening houdend met de materialen en technieken die zijn gebruikt tijdens de vervaardiging (Melchior, 2014: 7, 11).
De directe aanleiding van de tentoonstelling Uit de Mode is het honderdjarig jubileum van de aanstelling van Jonkvrouw Carla de Jonge als eerste officiële kostuumconservator bij het Centraal Museum. De focus van de tentoonstelling ligt op het tonen van de veelzijdigheid van de mode- en kostuumcollectie en hoe deze door de jaren heen is veranderd en aangevuld, mede dankzij De Jonge.
Ook is er veel aandacht voor de veranderingen in verzamel-, conservatie-, restoratie- en tentoonstellingspraktijken over de afgelopen honderd jaar. Verder worden materiaalgebruik en productietechnieken van specifieke collectiestukken uitgebreid onder de loep genomen, in het bijzonder in de zaal De Restaurateur, waar ook daadwerkelijk een restaurateur een paar keer per week aan het werk is. In dit opzicht kan er gesteld worden dat dress museology de leidende draad vormt in de benadering van mode in Uit de Mode.
Afbeelding 1: v.b.n.b. Jan Taminiau, japon Poetic Clash Meets Nature Extends collectie, 2012, collectie Centraal Museum Utrecht. - Charles Frederick Worth, baljapon van zijdesatijn en fluweel, 1886, schenking door De Bijenkorf Amsterdam, collectie Centraal Museum Utrecht. - Onbekend, japon van katoen batist, circa 1910, schenking door de Volksuniversiteit Rotterdam, collectie Centraal Museum Utrecht. Fotograaf: Judith van Hilten.
Melchior beargumenteert dat fashion museology zich niet zozeer richt op de collectie en gerelateerde praktijken, of op de materialiteit van het kledingstuk zelf, zoals dress museology, maar voornamelijk op hoe mode tot de verbeelding spreekt en de glamour waarmee het vaak is omringd. Het draait bij fashion museology om het creëren van unieke, spectaculaire ervaringen voor bezoekers (ibid.: 8, 11).
Deze karakteristieken zijn duidelijk terug te vinden in de zalen De Drager en De Visionair. In de zaal De Drager hangt het plafond vol met kroonluchters en is de kleur roze overdadig aangebracht; elementen die gemakkelijk te associëren zijn met ijdelheid en glamour. Bovendien staan de planken aan de muren vol met eindeloos veel soorten schoenen, maar ook tassen bedrukt met het Centraal Museum logo. Dit geeft de bezoeker de indruk een inloopkast binnengelopen te zijn.
Een andere eigenschap van fashion museology is dat het de neiging heeft om modetentoonstellingen eruit te laten zien als een modeboetiek (ibid.: 8). De zaal De Visionair speelt hier duidelijk op in, door de aanwezigheid van kledingrekken die zijn geplaatst tussen de geëxposeerde collectiestukken. Uit deze voorbeelden blijkt dat er veel aan is gedaan om de bezoeker een onvergetelijke en unieke ervaring mee te geven.
Afbeelding 2: Onbekend, tweedelige japon van tafzijde, circa 1855, schenking door familie Van de Poll, collectie Centraal Museum Utrecht. Fotograaf: Judith van Hilten.
Toegankelijkheid, inclusiviteit en het actief betrekken van het publiek zijn volgens Melchior belangrijke karakteristieken van new museology (Melchior, 2011: 6-7). In Uit de Mode uit dit zich onder andere in de restaurateurshoek in de zaal De Restaurateur, waar drie dagen in de week iemand een collectiestuk aan het herstellen is. Bezoekers kunnen hier vragen stellen of gesprekken aangaan met de restaurateur en hiermee een blik werpen op werkzaamheden die normaal gesproken achter de schermen plaatsvinden.
In de ‘mannequinage’-hoek kunnen bezoekers zich bezighouden met het kleden van paspoppen in katoenen replica’s van collectiestukken. Ook deze activiteit geeft bezoekers de kans om zich te verdiepen in een specifieke museale activiteit die voor hen gewoonlijk niet toegankelijk is. Bovendien geeft de zaal De Maker je het idee dat je door een depot van een kostuumcollectie loopt, door de opeengestapelde kartonnen dozen en de collectiestukken die recent uitgepakt lijken te zijn.
Vanuit het oogpunt van new museology is in museale tentoonstellingen ook een zekere mate van reflexiviteit nodig, zowel aangaande de eigen museumpraktijk als maatschappelijke vraagstukken gerelateerd aan het thema van de tentoonstelling (ibid.: 6-8). In het geval van mode kan er dan al snel gedacht worden aan de vervuilende en uitbuitende kant van de industrie.
Dit maatschappelijke probleem wordt in Uit de Mode geadresseerd in de zaal De Visionair. Hier wordt werk vertoond van experimentele hedendaagse ontwerpers en aanstormend talent die zich afzetten tegen de huidige gang van zaken binnen de industrie door te werken met vooruitstrevende productietechnieken en innovatieve materialen.
Afbeelding 3: v.l.n.r. Iris van Herpen, 3D geprinte jurk Escapism collectie, 2011, collectie Centraal Museum Utrecht. - Kim Træger, ontwerp Installatie Run-over Rabbit, 2011, collectie Centraal Museum Utrecht. - Bas Kosters, jurk Freedom collectie, 2010, collectie Centraal Museum Utrecht. Fotograaf: Judith van Hilten.
Zoals ik in dit blog beknopt heb proberen te beargumenteren, zijn er verschillende elementen van dress, fashion en new museology verenigd in de tentoonstelling Uit de Mode. Dit maakt het tot een veelzijdige en uitdagende modetentoonstelling.
Bovendien is er getracht om de verbinding aan te tonen tussen mode van het verleden, het heden en de toekomst. Zowel historische, hedendaagse als avantgardistische stukken zijn vertegenwoordigd in de collectie van het museum en in de tentoonstelling. Via deze weg is er geprobeerd een dialoog te creëren tussen mode uit verschillende tijdsperiodes, door de overeenkomsten en de verschillen naar voren te laten komen.
Modehistoricus Marco Pecorari’s omschrijving van de rol van het museum “as a place where past, present and future meet”, valt dan ook goed toe te passen op de tentoonstelling Uit de Mode (Pecorari, 2014: 55).
Judith van Hilten doet voor haar Masterscriptie Creative Industries onderzoek naar de manier waarop dress, fashion en new museology zich tot elkaar verhouden in de modetentoonstellingen Het Tijdelijk Modemuseum van Het Nieuwe Instituut te Rotterdam en Uit de Mode van het Centraal Museum te Utrecht. Met dit blog licht ze alvast een tipje van de sluier van haar volledige onderzoek op, welke binnenkort te vinden is in de database van de Radboud Universiteit Nijmegen.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie