Dit soort doeken is vernoemd naar de 'singkam' boom (Aporosa microsphaera Hook), vermoedelijk vanwege de rode bast. De spelling 'singkam' is een transcriptie van Batakschrift maar de naam wordt...
Dit soort doeken is vernoemd naar de 'singkam' boom (Aporosa microsphaera Hook), vermoedelijk vanwege de rode bast. De spelling 'singkam' is een transcriptie van Batakschrift maar de naam wordt uitgesproken als 'sikkam', vandaar dat het vaker als 'sikkam' in archieven en museumrecords voorkomt. De doek wordt gekenmerkt door strepen in het middenveld, dat geen ikat of suppletoire versieringen omvat. De doek verschilt van een andere Toba Bataktextielsoort, de "ulos Angkola" of "ragi Angkola", in de eerste instantie omdat de zijbanen effen rood zijn, zonder strepen. Wel is er een duidelijke streep die de grens aangeeft tussen de zij- en middenbanen. De ordening van de strepen in het middenveld kan ook verschillen (zie vervaardiging). De doek is een ouderwetse soort, en werd gedurende de laatste jaren van de 20ste eeuw zelden nog gemaakt of gedragen. De doek wordt als schouderdoek gebruikt. Volgens Meerwaldt's aantekening in Adam's catalogus (1919) wordt het door zowel mannen als vrouwen gedragen, maar museumgegevens geven aan dat het alleen door vrouwen wordt gedragen. Volgens informatie behorende bij zijn verzameling, gemaakt voor het Ethnographisch Museum in Hamburg, kon de doek ten zuiden van het Tobameer als een 'ulos ni tondi' functioneren, d.w.z., om de voorspoed van kind en familie te bevorderen wanneer het door ouders aan hun zwangere dochter wordt gegeven. Vervaardiging De benaming van Toba Bataktextielsoorten hangt samen met bepaalde vervaardigingtechnieken. In het geval van de "ragi singkam" is de ordening van de kleuren tijdens het spannen van de ketting belangrijk. In deze doek zijn de rode strepen in groepen van twee en drie. De achtergrond kleur is indigoblauw. Andere volgordes zijn ook mogelijk. Belangrijk is dat ze consequent worden herhaald.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie