Deze doek heeft in eerste instantie een slordig aanzien omdat de zijbanen enorm in breedte verschillen. Eén is 5,5 cm en de andere 10 cm. Weefsters proberen de zijbanen van gelijke breedte te...
Deze doek heeft in eerste instantie een slordig aanzien omdat de zijbanen enorm in breedte verschillen. Eén is 5,5 cm en de andere 10 cm. Weefsters proberen de zijbanen van gelijke breedte te maken omdat een doek symmetrisch hoort te zijn. De weefster had of niet genoeg zwarte garens om de doek op een passend manier af te maken of heeft tijdens het spannen van de schering haar zwarte kettinggarens verkeerd over de doek verdeeld. De afwijkende lichtblauwe inslagrand aan beide franje einden van de doek is zeer ongewoon. In de meeste Batakdoeken komt de driekleur, rood, wit, en blauwzwart, voor. Juist bij zo'n zwartwit doek zou een beetje rood in de getwijnde rand verwacht worden. Bovendien is de lichtblauwe inslagdraad dikker dan de rest van de inslag in de doek. Dit past niet bij de doek. De volgorde van de kettingdraden is ongewoon (zie Omschrijving Vervaardiging). Omdat de witte strepen elk uit één kettingdraad bestaan, is een gestippeld effect het resultaat. Dit effect is vaak gebruikt als grensmotief bij een onderdeel of een motiefdeel van de doek, maar zelden als het voornaamste motief. De zwarte kleur van de doek is gemaakt van chemische verf. Vervaardiging De volgorde van de kettingdraden in de middenbaan van deze doek is als volgt: drie zwart, een wit, drie zwart, een wit. Deze volgorde wordt consequent herhaald.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie