Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Vijftien jaar was Jacoba de Jonge toen ze voor het eerst een japon uit de 19de eeuw in haar handen had. Ze stond op de zolder van haar oudtante en ontdekte in een kist de japon.
Ze deed de japon aan en voelde zich getransformeerd naar een andere tijd. Een tijd waar vrouwen, door het korset, gedwongen werden om in een andere houding te staan. Ook ervoer ze dat een vrouw hulp nodig had om zich te kleden, een rare beleving. Jacoba raakte in de ban van het kostuum. Toen haar tante een paar jaar later overleed en ze een erfstuk mocht uitkiezen, koos ze voor dit stuk. Vanaf dat moment is ze actief gaan verzamelen.
Na dit startpunt mocht ze ook op de zolder en in de kasten van haar oma gaan zoeken, waar ze een ware schat ontdekte. Zo lag daar een deel van het assortiment van de winkel van haar overgrootmoeder M.J.C de Meijere die zij de tweede helft van de 19e eeuw runde in Amsterdam. Nadat de winkel gesloten werd in 1902 bewaarde haar oma de restanten van de winkel op zolder. Deze collectie bestond uit een grote hoeveelheid accessoires als onderrokken, kragen, mouwen, mutsen en linten. Samen met de japon had ze een begin voor haar verzameling. Jacoba zegt zelf dat ze niet gelooft in ‘bewust verzamelen’. Het is er bij haar ingeslopen vanwege haar fascinatie voor kostuums en hoe deze door de tijd blijven veranderen.
Met de jurk en accessoires uit haar overgrootmoeders winkel deed Jacoba mee aan kostuumshows, maar ze organiseerde ze ook. Een gegeven dat heel normaal was in de jaren ’60, en ’70 maar iets wat we ons vandaag de dag niet meer kunnen voorstellen. Historische kostuums worden nu niet meer gedragen omdat aanraking met de huid het fragiele textiel snel kan beschadigen. De kostuums werden tijdens deze shows gedragen om aan het toegestroomde publiek te laten zien hoe men zich kleedde.
Hier ontmoette Jacoba mensen ‘die nog wel wat oude kostuums in de familie hadden’ en of Jacoba daar interesse in had. Door deze ontmoetingen hoefde Jacoba aanvankelijk nooit actief aan te kopen. De verzameling groeide gestaag door de vele schenkingen en later ook door aankopen. De collectie bracht ze onder in haar eigen huis, waar het begon in de garage maar na een kleine verbouwing verhuisde haar collectie naar de kelder die in de loop van de tijd steeds voller werd.
Jacoba’s verzameling focust zich op de 18e en 19e eeuw. Een periode van tweehonderd jaar waar veel veranderde in de mode. Die specialisatie is ook uniek ten opzichte van andere verzamelaars in Nederland. De collectie van Jacoba is bijzonder vanwege de herkomst van de stukken. Het grootste deel is afkomstig van gegoede burgers als artsen en advocaten. Een laag van de bevolking die geen trendsetter was maar de trends wel vertaalde naar een, vaak meer praktische versie.
De zeer complete collectie die bestaat uit japonnen maar ook de bijpassende accessoires en schoenen, laat zo zien hoe men zich echt kleedde in die tijd. Naast de kleding die werd gedragen voor speciale gelegenheden verzamelde Jacoba ook rijkleding en sportkleding. In haar onderzoek ontdekte ze ook dat de kleding vaak vermaakt werd om zo langer mee te kunnen gaan. Deze ontdekking laat een realistisch beeld zien van hoe er met kleding om werd gegaan in Nederland.
In haar kelder archiveerde ze de ca. 4000 stukken per categorie op chronologische volgorde en werd elke centimeter benut. Zelf fotografeerde ze een groot deel van de collectie in een door haar zelf gebouwde fotostudio. Alles werd perfect gedigitaliseerd en gearchiveerd. Het verzamelen en de zoektocht naar achtergrondinformatie nam een groot deel van haar leven in. Maar ook stak ze veel tijd in de shows, lezingen en in de cursussen die ze later ging geven.
De kennis omtrent kostuum heeft Jacoba zelf opgebouwd, de enige leidraad die ze in het begin had was een boekje uit 1894 met de modeprenten van de 19e eeuw. Door dit chronologische overzicht kon ze stukken dateren. Dit boekje werd het startpunt voor verdere research naar de geschiedenis van de stukken. Jacoba is ervan overtuigd dat je alleen de kostuumgeschiedenis kan leren als je de stukken van dichtbij kan bekijken. Op die manier zie je hoe het gemaakt is, van welk materiaal en hoe het gedragen werd. De stukken die ze in de loop van haar 50-jarige carrière als verzamelaar opbouwde hebben haar dan ook veel over kostuumgeschiedenis geleerd. Nog steeds wordt haar kennis geraadpleegd door verschillende Nederlandse musea met een kostuumcollectie. Zo heeft ze recentelijk nog meegewerkt aan de expositie Romantische Mode: Mr. Darcy meets Eline Vere in het Gemeentemuseum Den Haag.
Jacoba heeft in 50 jaar tijd een collectie opgebouwd van ca. 4000 stuks die sinds 2012 ondergebracht is in het ModeMuseum in Antwerpen. De vraag die Jacoba veel krijgt is waarom ze ervoor gekozen heeft om haar collectie aan MoMu over te dragen in plaats van een museum in Nederland. En het antwoord is simpel; de Nederlandse collecties hadden maar plaats voor enkele stukken en het MoMu kon de gehele collectie overnemen, waardoor het compleet bleef. In 2012 werden er ter ere van de schenking 100 stukken gekozen voor de expositie Een Leven in Mode.
Sinds het vertrek van de collectie sluipen er af en toe nog wel mooie objecten binnen. Maar opnieuw beginnen zal ze niet doen. Jacoba vond het tijd om haar collectie een nieuw huis te geven zodat de stukken behouden, bewaard en geëxposeerd kunnen worden voor komende generaties. Het afscheid nemen van de verzameling was niet altijd even makkelijk en duurde een aantal jaar. Op de vraag of ze haar favorieten wilde houden antwoord Jacoba dat ze die niet zou kunnen aanwijzen. Alles is onderdeel van het geheel, puzzelstukjes weglaten zou ervoor zorgen dat het beeld niet meer duidelijk is.
Nog steeds is ze bezig met het verzamelen en ordenen van al het beeldmateriaal en research dat om haar collectie heen verzameld is. Momenteel heeft ze nog enkele stukken in bezit, waaronder de winkelcollectie van haar overgrootmoeder. Blij is ze dat haar collectie in het MoMu is ondergebracht. Haar droom is dat (een deel) van de collectie beschikbaar wordt voor studenten en onderzoekers als studiecollectie. Dat is immers de enige manier om te begrijpen hoe de kleding werd gemaakt en gedragen. Deze ervaring maakte Jacoba tot de verzamelaar die ze vandaag is.
Zie ook ‘Living Fashion: an Interview with Jacoba de Jonge’, ter gelegenheid van de tentoonstelling Een leven in mode: vrouwenkleding 1750-1950, MoMu Antwerpen 2012.
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Een mooi geheel, een aanrader om te gaan zien.?