Als het weer lente wordt staan de uitgestrekte grasvelden voor Paleis Het Loo vol bloeiende margrieten. Margrieten waren de lievelingsbloemen van koningin Wilhelmina, die Paleis Het Loo tot aan haar dood in 1962 bewoonde. De margrieten deden mij denken aan de geborduurde margrieten op de baljapon die Wilhelmina als zestienjarige droeg op haar eerste hofbal. De margriet staat voor de onschuld en de lente staat voor ontluiking. Wilhelmina droeg haar eigen verwachtingen met zich mee over haar naderende toekomst als koningin der Nederlanden.
Deze verwachting ligt ook besloten in het eerste staatsieportret van koningin Wilhelmina door Thérèse Schwartze uit 1897-1898. Met het oog op de inhuldiging, die op 6 september 1898 zou plaatsvinden, besloot koningin Emma dat de prinses geportretteerd diende te worden, zodat haar eerste staatsieportret overal in Nederland en overzee verspreid zou kunnen worden. Zo kwam het dat de zeventienjarige prinses op 18 februari 1897 voor de Haagse fotograaf Richard Kameke poseerde in de inhuldigingsmantel, die zij combineerde met een baljapon van het Parijse modehuis Nicaud & Cie.
In een brief van 21 februari 1897 schreef Wilhelmina aan haar voormalige Engelse gouvernante Miss Saxton Winter: ‘Donderdag jl. ben ik gefotografeerd in de jurk die ik aanhad op het galabal en met de kroonjuwelen – sommige foto’s werden gedaan met de Koninklijke mantel want zij worden verkocht ter gelegenheid van mijn meerderjarigheid & zijn te copiëren voor penningen & te gebruiken voor het maken van portretten ook allemaal voor mijn meerderjarigheid’. Het inhuldigingsportret van Thérèse Schwartze is aan de hand van foto’s van Kameke gemaakt.
Natuurlijk moest de jonge Wilhelmina haar intrede doen in het officiële hofleven en op 5 september 1896 schreef zij hierover in een brief aan een verzorgster uit haar vroege kinderjaren:‘ Het jaar dat ik ingetreden ben, is in vele opzichten belangrijk voor mij. (…) Ik zal de eerste schreden doen op mijne loopbaan; mijn volwassen, verantwoordelijk, zelfstandig leven neemt eenen aanvang. U weet dat ik tegen de veranderingen opzie, vooral omdat zij weldra zullen plaats hebben, doch ik heb goeden moed, want met moeders hulp zal alles wel goed gaan. (…)’.
Bij deze ‘eerste schreden’ hoorde ook de deelname aan de hofbals en officiële ontvangsten en dat zal voor een zestienjarig meisje niet altijd even gemakkelijk zijn geweest. Maar Wilhelmina sloeg zich er goed doorheen en later zou zij in Eenzaam maar niet alleen als volgt op deze periode terugkijken: ‘In december in Den Haag begon de drukte voor mij. Eindeloze defilés ’s middags en ’s avonds. In januari kwam het galabal met al zijn vormelijkheid en zijn verplichting om al maar te praten. En verder waren er in die tijd de diners, grote en kleinere, comedie en concerten, in één woord: het was de tijd van uitgaan. En toch vond ik deze tijd wel prettig; ik was nu helemaal groot mens. Wat was ik overtuigd van de gewichtigheid daarvan!’.
Volgens een brief van 20 december aan Saxton Winter droeg Wilhelmina de margrietenjurk mogelijk voor het eerst in 1896: ‘(…) Ik was heel tevreden met mijn verschijning, ik droeg mijn smaragden en in de harten van sommige bloemen waren wat van mijn nieuwe briljanten genaaid. Het geheel duurde twee uur; ik keek vriendelijk tegen de mensen; er waren er bijna zevenhonderd’. Op een portretfoto van prinses Wilhelmina van Richard Kameke zijn inderdaad de opgenaaide diamanten goed zichtbaar. Samen met een paar uitgaansjurken en losse lijfjes werd de margrietenjapon in november 1896 door modehuis Nicaud & Cie. geleverd, door hen omschreven als: ‘une toilette de grands bals broché blanc à marguerites garnie tulle blancs et fleurs’.
Wilhelmina droeg de baljapon daarna op het nieuwjaarsbal van 2 januari 1897: ‘I felt so free & independent & soon forgot all the people around me when speaking to some of them. I wore a dress, my Paris gown with marguerites & all my new brillants some in a sigsag row in front of my bodice, some on my sleeves & round the back whilst I wore my finest stones upon my head as diadem.’ Voor het bal begon werd eerst nog een generale repetitie gehouden voor het dansen van de quadrilles, maar Wilhelmina voelde zich van te voren toch nogal benauwd. Zij was zo verlegen toen zij op het bal haar entrée maakte, dat zij even dacht dat haar knieën het zouden begeven: ‘It is a dreadful moment coming in those two drawing rooms crowded with people which you have nearly all to talk to…The people seemed to stare their eyes out of their heads, so they wanted to absorb in my little person’.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie