De lange rechte wegen die door de bossen naar Paleis Het Loo leiden zijn grijs van de regen en de laaghangende bewolking. Vanaf de parkeerplaats van Het Loo zijn de gebouwen van de stallen amper zichtbaar en de pauwen scharrelen wat rond in het natte gras. In de ontvangstruimte van het entreegebouw verzamelt zich een klein gezelschap, voorzichtige kennismakingen, vragende blikken: ‘Komt u ook voor Modemuze?’.
Eenmaal meegenomen naar het kostuumdepot van het paleis door conservator Trudie Rosa de Carvalho, maakt het troosteloze weer plaats voor een stemming van een en al warmte, enthousiasme en hartelijkheid. We beginnen onze kennismaking met ambtskostuums met de oudste stukken van de middag: een kostuum van een Staatsraad (1825-1842).
De rokjas van donkerblauwe lakense stof is niet geborduurd met het zo bekende goud- of zilverdraad, maar met zijde. Ook de knopen zijn, conform de voorschriften van Koning Willem I bij Koninklijk Besluit van 1825, geborduurd. Ook het witte vest is geborduurd met voorgeschreven motieven van voorgeschreven breedte.
Koning Lodewijk Napoleon voerde, met als voorbeeld uiteraard Napoleon I in Frankrijk, een formele hofdracht in voor ons land, met ambtskostuums in vele rangen en standen, met onderscheidende versieringen en toebehoren als sabels, nestels en epauletten. Maar Koning Willem I dicteerde zijn eigen hofetiquette in 1815 en in 1825 volgden meerdere Koninklijke Besluiten, waarin gedetailleerd de ambtskostuums en de versieringen beschreven werden. Ambtskostuumdragers werden geacht zelf hun kostuum en toebehoren te bekostigen, hetgeen een dure aangelegenheid was. Daarom werden de kostuums vaak aan elkaar doorgegeven en hergebruikt.
Een uitgebreide herziening van de voorschriften voor de hoflivreien kwam tot stand onder leiding van Prins Hendrik rond 1902-1904. Na WOII vond Koningin Wilhelmina het weinig gepast om het hof met veel praal en staatsie te kleden, waardoor het dragen van ambtskostuums, in tegenstelling tot de livreien, aan het hof gaande weg is verdwenen. De livreien zien wij ieder jaar nog in volle glorie op Prinsjesdag.
In sneltreinvaart worden we als bezoekers door Trudie meegenomen in een college over de kostuums en de vele onderscheidingstekens: 5 geborduurde ‘takken’ op de borst voor het gala pak van een kamerheer; 9 ‘takken’ voor een grootofficier. We zagen de ontwerptekeningen èn de uitvoering ervan voor het ambtskostuum van de directeur van het Rijksmuseum uit 1898; de donkergroene hofkleding van de Opperjagermeester van Gelderland; een hele garderobe voor een grootofficier / kamerheer ten tijde van Koningin Wilhelmina; het verschil tussen de uitvoering van het kostuum van de stalmeester in de tijd van koningin Wilhelmina en uit de tijd van Koningin Beatrix; wanneer droeg een consul-generaal in buitenlandse dienst een kostuum met goudborduursel en uit welk jaar was het met zilver geborduurde exemplaar?; wat had die meneer in Denemarken voor ambtskostuum aan en klopt dat wel met de voorschriften?
Tussendoor kunnen we nog een kijkje nemen in enkele laden met andere bijzondere stukken uit de collectie van het paleis. Onder andere civiele hofkleding uit de vroege 19de eeuw en een wapenrok van goudlaken, gedragen door een heraut bij de begrafenis van Anna Paulowna in 1865.
Al met al een bijzonder, interessant en leuk depotbezoek dat zeker naar meer smaakt. Trudie weet veel en enthousiast te vertellen en de bezoekers willen veel weten, zien en voelen. Wie weet een vervolg in 2016? Wij hopen van wel!
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie