De Friese hoofdtooi, "de kanten muts met bijpassende oorijzer" heeft een hele ontwikkeling doorgemaakt. Omstreeks 1800 waren er twee soorten floddermutsen in gebruik in Friesland, nl. de wijd...
De Friese hoofdtooi, "de kanten muts met bijpassende oorijzer" heeft een hele ontwikkeling doorgemaakt. Omstreeks 1800 waren er twee soorten floddermutsen in gebruik in Friesland, nl. de wijd uitstaande Duitse muts en daarnaast de breed over de schouders uithangende slappe floddermuts. In 1825 verdwijnt de Duitse muts, die uitgegroeid was van klein mutsje tot een muts van zeer grote omvang. De slappe floddermuts werd geleidelijk aan korter. In de tweede helft van de 19e eeuw werd de floddermuts gesteven en gepijpt. De gepijpte rand werd steeds korter tot ze zo rond de eeuwwisseling 8-10 cm. was en bijna horizontaal achteruit stond. Bij rouw werden effen floddermutsen gedragen, zonder enige versiering. Het opzetten van het Friese oorijzer met de floddermuts is er een van uiterste zorg. De kanten muts zal volkomen strak het gezicht omsluiten er mag geen haartje onderuit komen. De Friese hoofdtooi bestaat uit de volgende onderdelen:- witte haarband - witte tipmuts - zwarte muts - oorijzer - kanten floddermuts - mutsenspelden - eventueel maar niet noodzakelijk veren, voorhoofdsnaald en oorbellen. De 44 centimeter brede strook kloskant bestaat uit vier verschillende soorten kant: Valencienne Pottenkant, Valencienne-kant en twee soorten Parijse kant (Point de Paris). Deze vier aparte soorten kant zijn aan elkaar gezet. De 44 cm. brede strook kloskant behoort bij de z.g. Duitse muts. Bestaande uit 4 soorten kant: Valencienne Pottenkant, Valencienne (2); en Parijse kant (2), (point de Paris). De strook bestaat uit 4 aparte stroken kant die aan elkaar zijn gezet. De Friese hoofdtooi, "de kanten muts met bijpassende oorijzer" heeft een hele ontwikkeling doorgemaakt. Omstreeks 1800 waren er twee soorten floddermutsen in gebruik in Friesland, nl. de wijd uitstaande Duitse muts en daarnaast de breed over de schouders uithangende slappe floddermuts. In 1825 verdwijnt de Duitse muts, die uitgegroeid was van klein mutsje tot een muts van zeer grote omvang. De slappe floddermuts werd geleidelijk aan korter. In de tweede helft van de 19e eeuw werd de floddermuts gesteven en gepijpt. De gepijpte rand werd steeds korter tot ze zo rond de eeuwwisseling 8-10 cm. was en bijna horizontaal achteruit stond. Bij rouw werden effen floddermutsen gedragen, zonder enige versiering. Het opzetten van het Friese oorijzer met de floddermuts is er een van uiterste zorg. De kanten muts zal volkomen strak het gezicht omsluiten er mag geen haartje onderuit komen. De Friese hoofdtooi bestaat uit de volgende onderdelen:- witte haarband - witte tipmuts - zwarte muts - oorijzer - kanten floddermuts - mutsenspelden - eventueel maar niet noodzakelijk veren, voorhoofdsnaald en oorbellen.De Friese hoofdtooi – de kanten muts met bijpassend oorijzer – heeft een hele ontwikkeling doorgemaakt. Omstreeks 1800 waren er twee soorten mutsen in gebruik in Friesland: de wijd uitstaande Duitse muts en de breed over de schouders uithangende, slappe floddermuts. In 1825 verdwijnt de Duitse muts, die uitgegroeid was van een klein mutsje tot een muts met een zeer grote omvang. De slappe floddermuts werd geleidelijk aan korter. De 44 centimeter brede strook kloskant bestaat uit vier verschillende soorten kant: Valencienne Pottenkant, Valencienne-kant en twee soorten Parijse kant (Point de Paris). Deze vier aparte soorten kant zijn aan elkaar gezet.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie