Geborduurde doek met dansende figuren in een cirkel

 

Geborduurde doek met mensfiguren die in een cirkel dansen. Vier van hen stellen Krishna voor, die in de kleur blauw is weergegeven zoals gebruikelijk is voor Krishna. Om hen heen zijn...

Objectnummer
TM-A-9321
Instelling
Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
Periode
voor 1909
Herkomst
Chamba

Geborduurde doek met mensfiguren die in een cirkel dansen. Vier van hen stellen Krishna voor, die in de kleur blauw is weergegeven zoals gebruikelijk is voor Krishna. Om hen heen zijn bloemmotieven en vogels afgebeeld. De cirkel stelt de Rasamandala voor, reidans. De algemene benaming voor dergelijke doeken luidt 'Chamba rumal'. Deze zij afkomstig uit de Chamba-vallei in Himachal Pradesh, Noord-India, waar deze borduurkunst zich gedurende de 18e eeuw ontwikkelde. Ze werden gemaakt van handgesponnen katoen als basis/drager en geborduurd met gekleurde ongetwijnde zijden draad. Ze werden gebruikt om offerandes aan goden en godinnen te bedekken en als geschenken bij ceremoniële aangelegenheden. Bij huwelijken werd de rumal van het huis van de bruid overgedragen aan die van de bruidegom en vice versa. Ze konden tevens als shawls gedragen worden. Hun functie als aandenken en als kunstwerkjes zijn altijd de belangrijkste reden geweest voor de grote variatie en fijnheid van borduren. Dit borduurwerk is op meerdere textielvormen te vinden zoals kleding, kussens, muurdecoraties, etc. De rumals waren belangrijker in het dagelijkse leven van de lokale bevolking dan de miniaturen, omdat ze vervaardigd zijn door vrouwen thuis waardoor ze een zekere mate van eigenheid en intimiteit bezitten (Bhattacharyya, 1968:14). De rumals kunnen gezien worden als een vertaling van (miniatuur)schilderingen in borduurtechniek (Bhattacharyya, 1968:7). Beide vormen van kunst beïnvloedden elkaar door handels- en politieke relaties tussen de regio's waar ze voorkwamen, met name Basohli en Kangra. Artistiek werk en hun makers werden uitgewisseld, terwijl miniaturen en rumals wederzijds werden aangeboden. Kunstemnaars van beide streken werden naar elkaar gestuurd om de kunsten verder te ontwikkelen. Zo beïnvloedde ook de kleurrijke Sikh schilderstijl de Chamba kunst, dus ook de rumals, toen Sikhs de macht kregen in het gebied (idem:3). De randen bestaan doorgaans uit florale motieven, terwijl in de ruimte daarbinnen figuren worden geborduurd die meestal godheden voorstellen, met name Vishnu in zijn vele verschijningsvormen, doch vooral als Krishna. Dit laatste is begrijpelijk gezien de heersende Vaishnava-cultus in Chamba rond de 17de en 18de eeuw. Vervaardiging Het borduurwerk is uitgevoerd met ongetwijnde zijden draad in dubbele satijnsteek (rijgsteken). Voor- en achterkant van het borduurwerk zijn gelijk. Vaak werd het grotere patroon in houtskool voorgetekend, of met een potlood, Dit tekenen kon door een kunstenaar uitgevoerd worden, hetgeen blijkt uit de overeenkomsten met muurschilderingen en Pahari-miniaturen. Mogelijk bepaalden zij ook de verdeling van de kleuren (Bhattacharyya, 1968:6). Dit werk is vermoedelijk getekend en geborduurd door een huisvrouw zelf, waardoor het tot de volkskunst behoort. Het borduurwerk werd door vrouwen uitgevoerd. De kunst van het borduren werd van generatie op generatie overgedragen. De doeken zijn doorgaans vierkant, hoewel er enkele ronde en rechthoekige exemplaren bekend zijn.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie