Wie na binnenkomst in het Haags Historisch Museum doorloopt en dan in de achterzaal links komt, ziet rechts een popje staan, gekleed in een 18e-eeuws hoflivrei. Het gaat hier om een reconstructie van de hand van Meester Kleermaker bij het Nationale Theater, Daan Wieman.
Daan kreeg de opdracht dit kostuum oorspronkelijk te vervaardigen voor de tentoonstelling Afrikaanse bedienden aan het Haagse hof uit 2017-2018. Achter dit popje gaan vele verhalen schuil, die onder andere te lezen zijn in het boek van Esther Schreuder Cupido en Sideron. Twee Moren aan het hof van Oranje; het boek waarop de tentoonstelling is gebaseerd. Ik was benieuwd naar de totstandkoming van het kostuum en sprak met Daan.
De tentoonstelling waar dit kostuum mooi in de vitrine stond opgesteld, ligt alweer ver achter ons. Maar toch is Daan zo nu en dan op zaal met de huidige opstelling te vinden. Hij werkt immers praktisch om de hoek op het kostuumatelier van het Nationale Toneel en het popje moet er natuurlijk wel goed bij staan. Vandaar dat hij bij zo’n bezoekje altijd stilletjes iets recht trekt of ordent en de beveiliging weet dat de pop bij hem in goede handen is.
Een soortgelijk kostuum is in de tweede helft van de achttiende eeuw gedragen door twee 'Moren' aan het hof van stadhouder Willem V (1748-1806)en Wilhelmina van Pruisen (1751-1820) als groot kostuum bij ceremoniële gelegenheden. Hoewel ze allebei als Moren werden bestempeld, de gebruikelijke term voor zwarte mensen in die tijd, kwamen Guan Anthony Sideron uit Curaçao en Willem Frederik Cupido van de kust van Guinea. Sideron en Cupido werden als zeer jonge kinderen in 1763 en 1766 geschonken aan de stadhouder, die de kinderen opnam als livreibedienden aan zijn hof, waar zij carrière maakten. Het hele verhaal is te lezen in het boek van Esther Schreuder; een aanrader. De levens van Sideron en Cupido waren tot aan het eind van hun leven vervlochten met het leven van het stadhouderlijk gezin. Zij kregen educatie, zij maakten promotie, zij werden vertrouwd en gekoesterd en zij verleenden glans aan het hof.
Waar lag voor Daan de inspiratiebron en naar welk voorbeeld werd de hoflivrei van Sideron en Cupido vervaardigd? De twee jongens staan op meerdere schilderijen afgebeeld, maar heel belangrijk waren de aquarellen van de hoflivreien die circa 1766 in opdracht van stadhouder Willem V door Isaac Lodewijk La Fargue van Nieuwland (1726-1805) werden geschilderd. Deze aquarellen bevinden zich onder andere in de collectie van het Rijksmuseum. La Fargue identificeerde op een bijgaande lijst die zich in Huis van Gijn in Dordrecht bevindt de twee jongens als Cupido (de één met het dienblad onder de arm) en Sideron (die het dienblad in de handen houdt), ze hebben daadwerkelijk voor La Fargue geposeerd. Zij zijn de enigen die op deze lijst met naam worden genoemd en dat onderscheidt Sideron en Cupido van de andere livreibedienden.
Daan heeft in zijn lange carrière al veel ervaring opgedaan in de vervaardiging van historische kostuums, waarbij hij veel leerde aan de hand van boeken als de Patterns of Fashion van de Britse kostuumhistoricus Janet Arnold en The Cut of men’s clothes 1600-1900 van Nora Waugh. Hij maakte eerder kostuums in 18e-eeuwse snit voor theaterproducties zoals het kostuum van de Markies van Carrabas in De Gelaarsde Poes en ook voor de huidige productie van het Nationaal Toneel Amadeus.
Het voorbeeld van de gespsluiting van de cravatte vond Daan in een portret van de Spaanse koning door Goya waar je de gesp in beeld ziet. Het fijne linnen van de cravatte komt uit Engeland.
De rokjas van het kostuum volgt de originele lijn van een 18e-eeuwse habit à la Française. Ik vroeg Daan of dat moeilijk is om te maken, maar hij antwoordde dat als je goed de originele 18e-eeuwse beschrijving volgt het eigenlijk gewoon werkt. De naad van de middenrug loopt schuin over de stof waardoor die stretcht en de mouwen hebben een lage kop. Alles is volgens Daan op beweging gemaakt.
Wat Daan wel moeilijk vond was het werken met het goudgalon, dat moest hij echt proberen onder de knie te krijgen Het is heel stijf materiaal en je moet het in plooitjes kunnen leggen. Hij had maar één meter om mee te oefenen. Dat was even doorbijten.
Ook ingewikkeld was de invulling van de vorm van het goudgalon op de rug. Op geen enkele prent of schilderij was de rug van het kostuum goed te zien. Gelukkig kreeg Daan advies van de huidige kleermaker van de Oranje livreien om dit op te lossen.
Daan heeft oog voor detail en weet hoe het is om een historisch kostuum te dragen. Net als bij dit museumkostuum werkt hij voor zijn theaterkostuums de binnenkant van het kostuum op historische wijze af. De binnenkant moet even mooi zijn als de buitenkant, dus maakt hij ook de binnenzakken, terwijl niemand die te zien krijgt. Het is zijn ervaring dat de perfectie van afwerking iets doet met de manier van bewegen van de acteur; het voelt voor hen vaak ‘anders’, echter.
Door mijn ervaring op Paleis Het Loo weet ik dat bij restauratie of reconstructie het vinden van de juiste materialen moeilijk kan zijn. Helaas worden veel fournituren en stoffen in kunststof vervaardigd en is de kwaliteit vaak minder dan die van de originele stoffen. Ik vroeg Daan hiernaar en hij vertelde dat hij vooral in Engeland terecht kon voor de stoffen. In de buurt van Londen vond hij bijvoorbeeld een Indiaas atelier waar nog echt galon wordt gemaakt van goud- of zilverdraad. Volgens Daan kan je het in je kiezen voelen als galon echt goed galon is. Wij hebben het er niet verder over gehad hoé dat precies voelt.
Hij heeft wel enige stress ervaren omdat hij tot voor veertien dagen voor de oplevering nog geen goede knopen en bouillons (WNT: een fabricaat bestaande uit fijn, spiraal- of schroefvormig tot een buisje gewonden zilver- of gouddraad voor het vervaardigen van sommige passementwerken) had gevonden. De goudkleurige bouillons waren nodig voor de decoratie van het hoofddeksel; de witte muts met de veren in driekleur, die door de twee jongens altijd bij hun livrei werd gedragen. Gelukkig werd dit probleem alsnog op het nippertje in de fourniturenwinkel van Jan de Grote Kleinvakman in Amsterdam opgelost.
Het kostuum is gemaakt van rood en blauw laken dat zo goed van kwaliteit is, dat het onnodig was om een zoom te maken. Het vinden van de juiste kleur blauw was heel belangrijk, omdat voor de Oranje livreien in het verleden en heden specifiek de kleur Nassaublauw wordt gebruikt, waar Daan een zweem van een oranje gloed in vermoedt.
Tot slot vroeg ik Daan of de ervaring van het maken van een waarheidsgetrouwe reconstructie van een 18e-eeuws kostuum voor het Haags Historisch Museum een andere ervaring voor hem was dan het maken van kostuums voor het Nationale Toneel. Daan antwoordde dat dat in principe niet uitmaakt. Maar het was wel anders om een bewegingloze pop te moeten aankleden met een kostuum dat op beweging is gemaakt. Je moet van tevoren al nadenken wat je er aan kunt doen om dit proces te stroomlijnen. Daarom werden de overhemdmouwtjes van tevoren al in de jas vastgezet en had Daan bij het op pop zetten hulp van zijn dochter; gediplomeerd visueel merchandiser, die handig is met poppen omdat ze ook objecten van Barbies en ander gesneuveld speelgoed maakt.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie