Het is grappig om te zien dat de boeken over pomp in herenwerk extremere lichaamsafwijkingen laten zien dan boeken over pomp voor dameswerk. En zeker niet omdat er bij vrouwen geen extremere lichaamsafwijkingen voor zouden komen. De afbeeldingen bij dit blog komen dan ook allemaal uit boeken over pomp in herenwerk.
Één van de veel voorkomende lichaamsafwijkingen in de kleermakerij is wat in vakkringen heet: het buikfiguur. De buik kan vele vormen aannemen; van een klein bierbuikje tot een zeer omvangrijke buik.
Het is dus van groot belang te kijken waar de ronding precies op het lichaam zit, hoe groot die is en hoe deze omkleed moet worden. De intentie is om de hoeveelheid stof dusdanig te verwerken dat het geheel zo flatteus mogelijk om de drager zit. Hoe groter de buik hoe lastiger dit is. Verder is van belang of het lichaam, los van de buik, proportioneel gebouwd is of dat er nog meer veranderingen nodig zijn, wat vaak het geval blijkt te zijn.
Lastiger wordt het als we met vergroeiingen te maken krijgen, die meestal niet symmetrisch op het lichaam voorkomen. Voor een dergelijk figuur zullen we voor beide lichaamshelften een apart patroon moeten maken. In de meeste gevallen volstaat echter een symmetrisch patroon voor beide lichaamshelften, al dan niet met kleine aanpassingen.
In de huidige medische wetenschap wordt heden ten dage vaak op jongere leeftijd ingegrepen om afwijkingen te corrigeren, zodat we dit soort figuren minder vaak tegenkomen. Maar deze afwijkingen, aangeboren of door ziekte ontstaan, zullen nooit helemaal verdwijnen. Het volgende voorbeeld heeft naast dwerggroei ook te maken met een aantal vergroeiingen; een zeer extreem voorbeeld, maar daarom wel duidelijk.
In de kleermakersboeken komen we tal van illustraties voor dit soort aanpassingen tegen. Scheefstand moet in het patroon weggevouwen worden. Bochels hebben ruimte nodig en moeten in het patroon uitgedraaid of in de stof in vorm geperst worden. Dit is allemaal afhankelijk van de plaats op het lichaam en de mate van afwijking.
Zelf heb ik onlangs nog te maken gehad met een opdracht, waarbij de wervelkolom van de te kleden persoon een vergroeiing naar rechts vertoonde. Tijdens de pas sta je op drie plaatsen te spelden om de veranderingen aan te geven. In het patroon ga je vervolgens op de juiste plaats afvouwen en vervolgens vallen alle drie deze veranderingen als automatisch op hun plaats. En daarom blijft het zo’n fascinerend vak...
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie