Oilily; bij bijna iedereen roept dit oer-Nederlandse merk herinneringen op. De vraag naar deze vrolijke, kleurrijke en wijde kleren lijkt, na een zeer onrustige tijd, weer toe te nemen.
Helaas zal de oprichtster, Marieke Olsthoorn-Roosen (1941-2013) de toekomstige ontwikkelingen van dit ooit wereldwijd geliefde label niet meer meemaken. Olsthoorn overleed 18 december 2013 in haar woonplaats te Bergen.
Vorig jaar nog vierde Oilily nog zijn 50-jarig jubileum. Bij de oprichting in Alkmaar in 1963 heette het bedrijf Olly, de bijnaam van Willem Olsthoorn tijdens zijn schooljaren. Bovendien was het in meerdere talen makkelijk uit te spreken. Vanwege de patentnaam van het Zwitserse bedrijf Molli, werd Olly genoodzaakt de naam te veranderen. Olly BV bleef uiteindelijk de bedrijfsnaam, Oilily werd in 1980 de merknaam. Tussen 1985 en 1995 beleefde het label zijn hoogtepunt.
Het toonaangevende en kenmerkende bloemenontwerp van Oilily ontketende een ware revolutie in de branche van de kinderkleding. De kledingstukken zijn dan ook in verschillende museale collecties terug te vinden, waaronder in het Centraal Museum. “Niks was wit, alles was kleur”, zo vertelde Willem Olsthoorn aan Volkskrant Magazine (23 februari 2008). Niet voor niets stond op de voorkant van het eerste Oilily Magazine uit 1984: “Warning: Don’t look inside unless you like colour”.
De ontwerpen verschilden zo van het bestaande aanbod in die tijd, dat het merk zich in zeer korte tijd internationaal op de kaart zette. Met winkels in Azië, de Verenigde Staten en Europa verwierf het bedrijf al snel een schare trouwe fans over de hele wereld, onder wie beroemdheden als Madonna en Bill Cosby. Nieuw was dat het uitgangspunt voor de collecties het kind zelf was. “We veranderen als volwassenen, verliezen het pure, het spontane, het ongeremde van het kind, we verliezen de verwondering, worden opgezadeld met vooroordelen. Dat is tragisch.”, aldus Willem Olsthoorn in het Utrechts Nieuwsblad op 4 september 1989. De tweeling van het echtpaar vormden voor Marieke Olsthoorn dan ook van dichtbij een bron van creativiteit.
Een andere onuitputtelijke inspiratiebron was de Nederlandse klederdracht vanwege de kleur, motieven, vormen en de (gedurfde) combinatie van dessins. Over haar fascinatie voor nationale en internationale folklore vertelt Olsthoorn uitgebreid in haar boek “Over kinderkleren” (inclusief patronen). Olsthoorn combineerde in haar collecties dan ook zonder moeite een eigen visie op de Staphorsterstip, een Japanse (kinder)kimono, een Schotse ruit of de Japonsche rock, een 18de-eeuwse herenkamerjas die los om het lijf valt en “comfortabele aangeknipte mouwen” heeft (afb. 4).
Een onderdeel van de Nederlandse klederdracht zijn sitsen stoffen, waar de ontwerpster een hedendaagse variatie op maakte (afb. 1). Sits is kleurrijk bedrukte katoen, meestal met bloem- en bladmotieven. De vaak bontgekleurde sitsen werden door de VOC vanuit India meebracht en vanaf de 17de eeuw veelvuldig gebruikt voor kinderkleding. Voorbeelden hiervan zijn onder meer te vinden in de collecties van het Centraal Museum en het Fries Museum.
Zo is het bovenstaand sitsen kinderjakje (afb. 2) bedrukt met een motief van anjelieren en andere gestileerde bloemen. Het jakje wordt op de rug gesloten door middel van een olijfgroen lint. De katoenen stof heeft een glans gekregen door het kalanderen, waarbij het textiel onder verwarming door een soort mangel wordt gehaald, wat het vuil- en waterafstotend maakt.
Een ander voorbeeld is het kinderjakje (afb. 3) uit het begin van de 18de eeuw, met gestileerde bloemmotieven op een witte grond met contouren in zwart en rood. Het is onmiskenbaar dat deze dessins met bloemen, ranken, bomen, butas, vlinders en vogels een stimulans zijn geweest bij het samenstellen van de Oilily collecties.
Oilily wordt in de jaren 80 een statussymbool, onder meer vanwege de niet geringe verkoopprijs, maar ook door de kwaliteit van de kledingstukken. Naast kinderkleding ontwikkelde Oilily vanaf 1980 een even zo kleurrijke dameslijn (afb. 5 en 6). Het bedrijf ontwikkelde zich tot een lifestylelabel, inclusief tassen, brillen en kinderwagens. In 2008 ging Oilily failliet, nadat het in handen was gekomen van H2 Equity Partners en ABN AMRO. Inmiddels is de familie weer eigenaar en worden kindercollecties en andere Oilily-producten verkocht in tachtig landen. Vorig jaar toonde het merk de nieuwe collectie op het Bread & Butter mode-event in Berlijn.
Zie ook de website 50 jaar Oilily, onder meer om eigen foto’s te uploaden.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie