Vrijwel iedereen kent de naam Gerrit Rietveld (Utrecht 1888- Utrecht 1964). Wereldwijd wordt de naam geassocieerd met het iconische Rietveld Schröderhuis of de innovatieve lattenleunstoel. Op 76-jarige leeftijd laat de Utrechtse kunstenaar een enorme erfenis na, bestaande uit honderden meubelontwerpen, ongeveer honderd particuliere woningen, ruim tien gebouwen, drie sociale woningbouwprojecten en een verzameling aan tekeningen, foto’s, documentatie en maquettes [1]. Het Centraal Museum in Utrecht bezit de grootste collectie van de wereldberoemde meubelmaker en architect. Tijdens de tentoonstelling Rietvelds meesterwerk: Leve De Stijl! in 2017 toonde het Centraal Museum een deel van die collectie. Ook werden in de laatste zaal van de tentoonstelling een aantal sieraden van hem getoond [2]. Niet veel mensen associëren Rietveld hiermee. Wat is het verhaal achter de mysterieuze sieraden van Gerrit Rietveld?
Als klein jongetje maakte Gerrit Rietveld kennis met het vak van meubelmaker. Op elfjarige leeftijd, net na het afronden van de lagere school, werkte hij in de meubelwerkplaats van zijn vader aan de Poortstraat in Utrecht. De jonge Rietveld maakte hier lange dagen. De dag begon om vijf uur ’s ochtends en om zeven uur ’s avonds keerde hij huiswaarts met zijn vader, en dit voor nog geen euro per week [3]. In de werkplaats werden massieve meubelstukken gemaakt, zoals kasten en tafels. De meubelen werden in die tijd vaak versierd met krullerige ornamenten en sierlijke details.
Rietveld was geen fan van de zware ontwerpen en besteedde zijn tijd liever aan tekenen. De jonge kunstenaar was ambitieus en wilde meer dan het uitvoeren van andermans meubelontwerpen [4]. In het weekend liep hij vaak door het centrum van Utrecht, over de Oudegracht langs de juwelierszaak van Carel Begeer. Keer op keer werd hij geboeid door het glimmende goud en zilver dat hij daar in de winkel zag liggen [5]. Dat zou hij ook wel willen doen: dat zorgvuldige ontwerpen. Rietveld besteedde steeds meer tijd aan zijn eigen ontwerpen, met de siervoorwerpen in gedachten [6].
In 1909 kwam er bij de werkplaats van Rietveld senior een opdracht binnen van diezelfde Carel Begeer. Begeer wilde er twee nieuwe etalagekasten laten ontwerpen, in Barokstijl. Rietveld had van zijn vader in de werkplaats meer zelfstandigheid gekregen [6]. Samen met zijn vader werkte hij aan het ontwerp van de kasten voor in de juwelierszaak. De juwelier was onder de indruk van de bijdrage van de jonge Rietveld. Begeer nam Gerrit in dienst. Tussen 1909 en 1913 werkte hij als tekenaar en vormgever in zijn atelier [7].
Carel was naast eigenaar van de juwelierszaak op de Oudegracht zelf ook ontwerper van zilveren sier- en gebruiksvoorwerpen én directeur van de Koninklijke Utrechtse Fabriek van Zilverwerken. Rietveld ontwierp in deze jaren verschillende zilveren en gouden siervoorwerpen zoals medailles en medaillons [8]. De jaren dat Rietveld in de leer was bij Begeer, zijn ongetwijfeld van invloed geweest op zijn latere ontwerpen. Het precies en zorgvuldig werken is van groot belang bij het ontwerpen van sieraden, maar ook bij het ontwerpen van gebouwen en meubels.
Er zijn een paar voorbeelden van sieraden die Rietveld niet alleen ontworpen, maar ook daadwerkelijk vervaardigd heeft. Truus Schröder, de vrouw met wie Rietveld begin jaren 10 bevriend raakte en later het Rietveld Schröderhuis ontwierp, heeft altijd beweerd dat Rietveld haar verlovingsring maakte [9]. Samen met haar eerste man, Frits Schräder, koos zij in het jaar 1911 de ringen uit bij de juwelierszaak van Begeer, waar Gerrit destijds werkte als tekenaar. Ironisch, als je bedenkt dat Truus later een liefdesrelatie onderhield met diezelfde Gerrit Rietveld.
In het jaar 1926 vierde het Utrechtse Studenten Corps haar 22e lustrumjaar. Dit werd door de leden en reünisten groots gevierd. De feestweek werd geopend met een zogenaamd openingsspel, waarbij twee leden in de huid van de Egyptische farao’s Horemheb en Ichnaton kropen [10]. Een herinneringsgeschenk aan deze feestelijke opening werd ontworpen en vervaardigd door Gerrit Rietveld. De penning, waarop de farao Ichnaton verbeeld is, werd geslagen in de Fabriek van Zilverwerken van Begeer.
De carrière van Rietveld zat in deze periode in de lift. Gerrit opende een eigen meubelmakerij en later een architectenbureau. Zijn werk werd gepubliceerd in het moderne kunsttijdschrift De Stijl. Rietveld maakte kennis met de redacteur van het tijdschrift, Theo van Doesburg. Naast redacteur was hij lid van de gelijknamige moderne kunstbeweging, waarvan Rietveld ook lid werd [11]. Voor het ontwerpen van sieraden had Rietveld lang geen tijd gehad. Waarschijnlijk was hij als Utrechtse kunstenaar voor de penning van het Utrechtse Studenten Corps benaderd.
Gerrit Rietveld heeft zich nooit professioneel ontwikkeld als sieradenontwerper. Na de opdracht voor het Utrechts Studenten Corps, besteedde Rietveld enkel tijd aan sieraden in zijn vrije uren. Marjan Unger, kunsthistorica gespecialiseerd in sieraden, beschrijft dat het recreatief ontwerpen van siervoorwerpen door beeldende kunstenaars een bekende ontwikkeling was rond de jaren ’30 [12]. Andere onbekende voorbeelden van wereldberoemde kunstenaars die sieraden maakten zijn Pablo Picasso en Salvador Dali.
Rietveld had zijn atelier in het Rietveld Schröderhuis. Zo was hij altijd dicht in de buurt van Truus, die in het huis woonde met haar drie kinderen. Han, een van de dochters van Truus, keek het liefst mee in het atelier als Rietveld sieraden ontwierp. ‘’Ze zat dan vol verwondering te kijken hoe hij de juwelen met zijn potloodpunt liet fonkelen op papier [13]’’ schreef Jessica van Geel in haar boek ‘I Love You Rietveld, waarin ze het liefdesverhaal tussen Gerrit en Truus optekende. Rietveld en Schroder hadden jarenlang een verhouding. Toen Rietvelds echtgenote in 1957 overleed trok hij bij Schröder in, in het door hen samen gebouwde huis.
De sieraden waar Gerrit rond de jaren ’50 aan werkte, maakte hij speciaal voor Truus [14]. Een voorbeeld hiervan is een ketting van zilverdraad, met daar aan een brok lichtblauwe, rode en ongekleurde kwarts, een mineraalsoort. De stukken kwarts zijn stuntelig aan elkaar geplakt, je kunt de klodder lijm zien zitten. Het sieraad werd duidelijk met liefde gemaakt, en gedragen. Truus droeg de sieraden gemaakt door Rietveld graag. Op een foto waar Truus meer dan 10 jaar na de dood van haar ‘Rietje’ poseert voor zijn maquette, draagt ze een van de halssieraden.
Sieraden hebben gedurende Gerrits hele leven een rol gespeeld. Van jongs af aan werd hij geïnspireerd door glinsterende siervoorwerpen. Rond 1960, vier jaar voor Rietveld overleed, maakte hij nog vijf vingersteunen [15]. De zilveren objecten ogen als eenvoudige ringen, maar worden gebruikt om vingers te corrigeren en ondersteunen bij kneuzingen. Vermoedelijk maakte Rietveld de steunen voor Truus, die haar vingers rond die tijd brak. Dit is niet met zekerheid te zeggen, de sieraden zien we niet op foto’s of beschreven in Truus’ notitieboek. Het minimalistische in combinatie met het functionele, wat we van het werk van Rietveld kennen, komen in de sieraden terug. Zo passen de siervoorwerpen weer binnen het oeuvre van de kunstenaar. De sieraden van Gerrit Rietveld zijn onterecht zo onderbelicht gebleven.
Verder lezen over het uitgebreide oeuvre van Rietveld?
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie