Zwangerschapsjapon van lichtblauwe zijde, vermaakt uit een vroege empirejapon of een achttiende-eeuwse japon die in de vroege negentiende eeuw ook al eens vermaakt is geweest....
Zwangerschapsjapon van lichtblauwe zijde, vermaakt uit een vroege empirejapon of een achttiende-eeuwse japon die in de vroege negentiende eeuw ook al eens vermaakt is geweest. Vermaakgeschiedenis De japon kan van oorsprong een achttiende-eeuwse japon geweest zijn. De japon is van typische achttiende-eeuwse stof gemaakt, waarin kleine kleurverschillen zitten die ontstaan doordat de draden in verschillende gradaties getwijnd zijn. Het lijkt alsof de japon oorspronkelijk een openvallende japon is geweest, gezien aan de voorzijde een grote en vuile vouw in de rok aanwezig is. Mogelijk zijn de twee openvallende voorpanden tegen elkaar gezet. Het oorspronkelijke model zou echter ook uit het begin van de negentiende eeuw kunnen dateren. Sporen van een eerdere model zijn onder andere in de rug te zien. Deze heeft zichtbaar anders gelopen, het rokgedeelte lijkt nu lager aangezet dan oorspronkelijk het geval was. Dit zou passen binnen de mode van 1800-1805 zoals deze in Nederland veel is gedragen, waarbij de rokken omhoog gaan. Ook is er een stukje aangezet in de rug, zijn er zaksplitten aanwezig en heeft de rok anders geplooid gezeten. Aanvankelijk zal men de voorpanden hebben dichtgespeld, later zijn er sluitingen ingezet. Rond 1820 zijn enkele vermakingen gedaan om de japon voor zwangerschap aan te passen. Vermoedelijk is de rok in deze periode 1820 verlaagd. De naaisporen die zo ontstonden, werden bedekt door het ceintuur dat in deze periode is bijgemaakt. Op die manier kon de japon als een soort redingote gedragen worden. Aan de voorkant is te zien dat de rok verlengd is. Een stuk van de stof heeft vroeger naar binnen gevouwen gezeten, daar zijn ook verschillen in vuil zichtbaar. Zwangerschap Aan diverse kenmerken is te zien dat deze japon als zwangerschapsjapon is gedragen, en niet door een dame met een forse maat. Het binnenlijfje is aanmerkelijk groter dan de rug - dit verschil in grootte wijst erop dat men ruimte heeft moeten maken voor een bolle buik en niet voor een evenredig in omvang toegenomen figuur. Ook zijn de mouwen niet uitzonderlijk groot. Daarbij zou zwangerschap een aannemelijke verklaring zijn voor het doordragen van een ouderwetse japon. Ook het ceintuur lijkt op zwangerschapsdracht te wijzen - dit heeft maar liefst zes paar trensjes, wat meer is dan gebruikelijk en bovendien praktisch bij een in korte tijd toenemende buikomvang. Zo zou ook de ingerimpelde hals, die men in modieuze japonnen niet meer zag, praktisch kunnen zijn voor een zwangere vrouw. Deze kon overigens bedekt worden met een grote schouderdoek, indien men de snit te ouderwets vond. Ook de haken waaraan de onderrok werd bevestigd kunnen op zwangerschapsdracht wijzen. Aan de binnenkant van het binnenlijfje van de japon zijn vijf platgeslagen haakjes geplaatst om de onderrok aan te bevestigen. Op deze manier werd eerst het binnenlijfje dichtgemaakt en werd daarna de onderrok aan het lijfje gehaakt. Deze haken zijn een opvallend kenmerk, aangezien onderrokken meestal met banden bevestigd werden. Een dergelijke constructie zal voor een zwangere vrouw echter aangenamer hebben gezeten dan rokbanden die om de buik gespannen moesten worden.
Japon met verhoogde taille van licht blauwgroene zijde. Het lijfje heeft een ronde halsopening voor, en een v-vormige halsopening achter. De japon heeft coupenaadjes, en aan de voorzijde een diepe split, en wordt middenvoor gesloten met rijgkoordjes in de halsopening en onder de buste. Het binnenlijfje van linnen sluit middenvoor met 4 haakjes en ogen. De rug heeft een ruitvormig rugpandje. De mouwen volgen de vorm van de arm, en sluiten bij de pols met twee haaksjes en lusjes. De rok is voor bijna zonder plooitjes aan het lijf bevestigd, en heeft in de zij twee platte plooien. Ook aan de achterzijde heeft de rok in de zij twee platte plooien. Middenachter is een aanzienlijke hoeveelheid extra stof samengenomen in een groep platte plooien. De rok heeft in de zij een zakopening, aan de binnenzijde afgebiest met naturelkleurig band.Ter hoogte van de bustelijn is op de rug een ceintuur in dezelfde stof als de japon bevestigd, welke middenvoor sluit en met haken en lusjes versteld kan worden. De japon is niet gevoerd, behalve het rugpand, die een linnen voering heeft.
Japon, lichtblauwe zijde. Lijfje met verhoogde taille en lange mouw. Ronde halsuitsnijding, lange rok met plooitjes voor de tournure (n.a.). Kloskanten garneringsrandje langs de hals. Ceintuur van dezelfde stof in de rug vastgemaakt.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie