Voorpanden van rood laken met een achterpand van donker- en lichtbruin wollen changeant. De armsgaten, onderzijde en achterzijde van de hals zijn afgezet met geel-groen zijden koor, rood wollen...
Voorpanden van rood laken met een achterpand van donker- en lichtbruin wollen changeant. De armsgaten, onderzijde en achterzijde van de hals zijn afgezet met geel-groen zijden koor, rood wollen koor, rood zijden koor en hennekoor. De voorzijde van de hals en het rechter voorpand zijn afgewerkt met zwart fluweelband. De voering is van grof linnen. Het vest is gedragen voor de zondag en bij bijzondere gelegenheden. Mouwloos vest, sluiting middenvoor, de voor- panden van rood laken, ruggetje van donker- bruin en lichtbruin changeant barège, afwerking met geel-groen zijden koor, rood wollen koor, rood zijden koor, hennekoor en zwart fluweel, voering grof linnen, voor; 's zondags en bijzondere gelegenheden. De "voorpanden", een mouwloos vestje met sluiting van voren, is een kledingstuk waarvan de voorpandjes (stikkies of skroossies), van vuurrood baai zijn. Het in of uit de rouw; zijn heeft geen uitwerking op de keuze van deze felrode stof. Baai is nu eenmaal rood en wordt door de Markers niet meer als een kleur ervaren. De keuze welke kleur voor ruggetje en koor gebruikt wordt, wordt wel bepaald door het al dan niet in de rouw zijn van de draagster. Zwart, blauw, paars en groen zijn kenmerkend voor het in de rouw zijn in verschillende graden. De voorpanden werd over het rijk bewerkte rijglijf aangetrok- ken, waardoor er van dat kledingstuk weinig te zien was. Wellicht is dit de rede waarom de voorpanden in de loop der jaren steeds korter is geworden. Al voor de W.O.II kromp de lengte en daarmee ook de lengte van de bauw, die erover heen werd gedragen. Uiteindelijk reikte de lengte van het kleding- stuk niet veel verder dan net onder de buste.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie