Sitsen jak

Mannenjak recht van snit. Handgeschilderd katoen groen fond met bloemenranken en boeketten in rood, roze, lichtblauw, oker, paars en uitgespaard wit. Voorpanden lopen door in smal achterzijpand en hebben korte puntrevers. Elk pand heeft 9 gestoffeerde knopen en knoopsgaten met rood glansgaren gefestonneerd. Op beide voorpanden zit een zakklep vastgenaaid. Staande boord van 4 cm welke met rood garen langs de rand is doorgeregen. Het achterpand heeft een midden achternaad. Het jasje heeft op de drie naden een split van 9 cm met een trensje verstevigd. De stof is bij de splitten loopt iets meer in een punt uit. Lange mouwen bestaan uit twee panden met bij de pols een split van 12 cm. Met een boord van 4 cm sluit de mouw met twee gestoffeerde knopen met rood glansgaren gefestonneerde knoopsgaten. Het gehele jasje is gevoerd met gestreept linnen in de kleuren, beige, oker, licht- en donkergroen.

Recht jak (met drie splitten onder aan de rug) van bedrukte katoen: groen fond, waarop bloemen (in ornamenten) van rozerood, lichtblauw, enig geel en pars, en (uitgespaard) wit. Smal, recht kraagje en korte puntrevers; lange mouwen met split en knoopsluiting; dubbele knoopsluiting aan de voorkant.