Damasten rokken noemt men al snel Zaanse rokken maar het was een algemene mode van 1770 - 1800, die gedragen is in West-Friesland, de Zaanstreek, in Friesland, bij rijke Zeeuwse boerinnen, door...
Damasten rokken noemt men al snel Zaanse rokken maar het was een algemene mode van 1770 - 1800, die gedragen is in West-Friesland, de Zaanstreek, in Friesland, bij rijke Zeeuwse boerinnen, door stadse mevrouwen, etc. De damasten rokken kwamen in heel Nederland voor. Damasten rokken werden in de 18e eeuw, vanaf ong. 1740 gedragen als bovenrok, in de 19e eeuw tot ong 1860 als onderrok. De weefbreedte van de damast is 45 cm. Gedragen als japonrok of als losse rok met jak. Rok van blauwwollen damast, blauwe ondergrond, witte bloemen. De rok is gerimpeld aan tailleband van blauw keperband, vlak buikstuk met enkele platte plooien. Dit buikstuk is vermaakt, wsch is de rok daar in de 20e eeuw wijder gemaakt. Twee zijsplitten sluiten met oude koperen haken en ogen, later zijn daar drukknopen aan toegevoegd. Aan de achterzijde drie originele koperen ogen ter bevestiging aan het jak. Onderzijde zoom met wit koordje. De rok bestaat uit 7 banen. Damasten rokken noemt men al snel Zaanse rokken maar het was een algemene mode van 1770 - 1800, die gedragen is in West-Friesland, de Zaanstreek, in Friesland, bij rijke Zeeuwse boerinnen, door stadse mevrouwen, etc. De damasten rokken kwamen in heel Nederland voor. Damasten rokken werden in de 18e eeuw, vanaf ong. 1740 gedragen als bovenrok, in de 19e eeuw tot ong 1860 als onderrok. De weefbreedte van de damast is 45 cm. Gedragen als japonrok of als losse rok met jak.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie