Rijglijf, bruidsrijglijf

Met het dragen van een rijglijf (rijleft of corset), werd al heel vroeg begonnen op Marken. Zodra het kind 10 tot 12 weken oud was krijgt het al een rijglijfje aan, weliswaar van flanel met slappe baleintjes. Wanneer het kind iets groter was, werden de rijglijven van steviger stof vervaardigd en grondig voorzien van baleinen. Enkele verschillen tussen moderne en antieke exemplaren, zijn o.a. het materiaal- en kleurgebruik, de grootte van het rijleft en de uitbundigheid van het versieren.; Mooie antieke rijglijven met 5 of 7 rozen worden met Pinkster gedragen en zijn soms wel 2 tot 3 honderd jaar oud. Oude daagse rijglijven zijn er niet meer, die werden vermoedelijk afgedragen. Het bruidsrijleft met 7 rozen, werd vroeger uit- sluitend gedragen op de tussenzondag "bruidegom te kerke".; In de rouw zijn de stiksels voor de baleinen rood en de kleuren voor randen en rozetten wat donkerder en gedragener. Mouwloos lijfje van barège (half wol, half zijde) lila-lichtblauw changeant, rugpand zeer versmalt naar onderzijde toe, "zijnaden naar achteren geplaatst, sluiting aan de voorzijde d.m.v. een veter die door veter- gaatjes geregen wordt, halsuitsnijding laag met verbreding naar de oksels, verticale stiksels van wit zijden garen waartussen baleinen zijn geschoven, de vetergaatjes, "raaksies", rozen op de schouderbladen en de zeven rozen op de rug zijn met zijde geborduurd in ingetogen kleuren, de onderzijde omgeboord met rood-wit wollen band, de rest van het lijfje omgeboord met rood-wit zijden koor met wit spiegeltje, ongebleekte linnen voering, over de uiteinden van de baleinen is ter bescherming een beleg genaaid van wit zeemleer.