De gebreide witte of gehaakte ondermuts wordt over de zwarte ondermuts en onder de hul gedragen. Het is dus eigenlijk een tussenmuts. In de loop van de 20ste eeuw werd de hul steeds vaker...
De gebreide witte of gehaakte ondermuts wordt over de zwarte ondermuts en onder de hul gedragen. Het is dus eigenlijk een tussenmuts. In de loop van de 20ste eeuw werd de hul steeds vaker weggelaten. Nu wordt deze helemaal niet meer gedragen en is de witte ondermuts de bovenmuts geworden. In het begin van de 20ste eeuw waren de mutsen gebreid een bol en een pas in grote en kleine geometrische figuren. Na 1915 gaf men de voorkeur aan gehaakte mutsen. Na 1920 geen pas en bol meer maar opgebouwd uit 6 rozetvormige motieven. Omstreeks 1945 opgebouwd uit vier rozetten en begint men de muts te stijven. In de jaren 60 ontstaat een duidelijke voor-en achterkant, beide een groot motief opgebouwd uit kleinere motiefjes soms met relief. Er bestaan talloze variaties in motieven omdat elke vrouw er naar streeft een zo origineel mogelijke muts te dragen. 9362/a t/m j. Gehaakte witte ondermuts, een rand met daarboven 4 rozetten en kleine motieven.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie