Mantel in zwarte wol met ruches en barokke jacquardelementen in zijde

Deze zwart, groen en blauw geruite jas is versierd met zijden en tulen ruches en barokke jacquardelementen uit de Victoriaanse mode. Het schoudergedeelte van de mouwen is vervaardigd van damast. Dezelfde stof siert het voorpand en onderarmpand vanaf de lenden. De jas maakt deel uit van een collectie waarmee Kawakubo mannelijkheid en vrouwelijkheid bestudeert naast de complexiteit van de vermommingen die we aannemen om onszelf te tonen aan de buitenwereld. Vanaf de jaren 1980 presenteert deze Japanse ontwerpster een totaal nieuwe esthetiek op de Parijse catwalk. Sindsdien blijft ze mode als constant veranderend fenomeen in vraag stellen. Vanaf 1996 wordt ze hierin bijgestaan door Junya Watanabe die gelauwerd wordt vanwege zijn innovatief stofgebruik.

Deze zwart, groen en blauw geruite jas is versierd met zijden en tulen ruches en barokke jacquardelementen uit de Victoriaanse mode. Het schoudergedeelte van de mouwen is vervaardigd van damast. Dezelfde stof siert het voorpand en onderarmpand vanaf de lenden. De jas maakt deel uit van een collectie waarmee Kawakubo mannelijkheid en vrouwelijkheid bestudeert naast de complexiteit van de vermommingen die we aannemen om onszelf te tonen aan de buitenwereld. Vanaf de jaren 1980 presenteert deze Japanse ontwerpster een totaal nieuwe esthetiek op de Parijse catwalk. Sindsdien blijft ze mode als constant veranderend fenomeen in vraag stellen. Vanaf 1996 wordt ze hierin bijgestaan door Junya Watanabe die gelauwerd wordt vanwege zijn innovatief stofgebruik. Zijden mantel met ruches en barokke jacquardelementen. Blauw groen zwart geruite basismantel met smalle sjaalkraag tot in de lenden. Haak en oog in de lenden. Licht gecentreerd in de lenden en uitgeschuind naar de boord. Strookzak met klep. Middenrugnaad met lange split. Mantelmouw met mantelsplit. Op de bovenkant van het voorste een versiering van passementen en ruches. De versiering zit vast aan schouder en lenden. Vanaf de lenden een loshangende rok in zwarte zijden damast. De rok is vastgestikt aan de lenden van het voorste en zit tussen de naad van het onderarmstuk van de rug. In de lenden een korte ruche in zwarte voile en een versiering van zwart passement. De rok heeft een volant en brede zijden zwarte ruches. De binnenkant van de rok is gedubbeld met zwarte voering en heeft op de boord een brede volant. Over de bovenkant van de mouw een bovenmouw in zwarte damast. De mouw is op de schouder aangefronst. Op de onderkant van de mouw boven de elleboog een gefronste versiering van ruches, lint en tule. De binnenkant van de mantel is gedubbeld met zwarte voering en heeft in beide voorkanten binnenzakken.