Sandaal voor 's konings linkervoet, afkomstig van de markt van Kumasi. Een koning mag nooit met zijn voeten de grond raken. Hij zou wel eens op iets vies kunnen trappen, op haren of afgeknipte...
Sandaal voor 's konings linkervoet, afkomstig van de markt van Kumasi. Een koning mag nooit met zijn voeten de grond raken. Hij zou wel eens op iets vies kunnen trappen, op haren of afgeknipte nagels. Ook zou hij zich gemakkelijk kunnen blesseren aan een scherp steentje. Daarom draagt een koning altijd sandalen. Bovenal is het een teken van zijn koninklijke status. Zonder sandalen geen koning. Dat dit heel ver kan gaan blijkt wel uit de capitulatie van de Ashanti voor de Engelsen. Koning Prempeh I maakte door in gesprek met de Britse gouverneur zijn sandalen uit te doen en met zijn blote voeten de grond te raken zonder woorden duidelijk dat hij zich overgaf en afstand deed van zijn positie als koning. De Engelsen, die dit teken niet opgevat hadden, werden door (Ashanti) tegenstanders van Prempeh geïnformeerd dat dit het moment was om Prempeh gevangen te nemen, hetgeen ze deden (interview met Nana Kotwi Asiedu, Kutirehene van Ejisu). Wanneer een koning afgezet wordt, trekt men zijn sandalen van zijn voeten en dwingt hem op blote voeten te lopen. Omdat het zo belangrijk is dat een koning nooit op blote voeten loopt, moet hij als hij ergens naartoe gaat altijd reservesandalen meenemen. Als hij met zijn hele gevolg in een processie loopt, loopt er ook een sandalendrager bij, die op zijn schouder een paar extra sandelen meedraagt voor het geval dat er een sandaal van de koning breekt. Deze extra sandalen dienen ook weer om de rijkdom van de koning te tonen. In het paleis gaat de sandalenchief ('mpaboahene') over de koninklijke schoenen. Hij zorgt ervoor dat de verzameling sandalen goed bewaard en onderhouden wordt. Ze moeten bijvoorbeeld van tijd tot tijd gelucht worden, zodat ze niet gaan schimmelen. De sandalenchief kan de koning ook adviseren over welke sandelen bij welke gelegenheid en bij welke kleding passen. Terwijl een koning nooit zonder sandalen mag lopen, moeten zijn onderdanen, als teken van respect, juist hun sandalen voor hem uitdoen. Als een man respect wil tonen voor zijn meerdere ontbloot hij zijn bovenlichaam door de doek naar beneden te rollen om zijn middel. Ook doet hij zijn sandalen uit. Dit doe je wanneer je een zeer hoogstaand persoon groet, wanneer je op de begrafenis van een koning langs het bed waarin hij opgebaard ligt loopt om hem de laatste eer te bewijzen, of wanneer je, als chief, met een zwaard de eed aflegt tegenover je meerdere of tegenover je onderdanen. Vroeger, wanneer een koning gestorven was, moest iedereen op blote voeten lopen, uit respect. Tegenwoordig neemt men het niet meer zo nauw en zijn plastic slippers ook 'blote voeten' genoeg. Maar als je langs het bed waarin de dode koning opgebaard ligt loopt, moet je wel je slippers uitdoen. Ook moet je al je sieraden, je horloge en je hoofddoek afdoen.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie