Kraplap van antieke sits

 

Deze kraplap is samengesteld uit achttiende-eeuwse Indiase sits. In Bunschoten en Spakenburg dragen de vrouwen bij bijzondere gelegenheden nog kraplappen van dit materiaal. Hiertoe worden oude...

Doorzoek de website met tags
Maker
Kuis-Koelewijn, Hendrikje
Objectnummer
022029
Instelling
Zuiderzeemuseum Enkhuizen
Periode
1978 - 1993
Credits
Zuiderzeemuseum Enkhuizen
Herkomst
aankoop 1994-04-01

Deze kraplap is samengesteld uit achttiende-eeuwse Indiase sits. In Bunschoten en Spakenburg dragen de vrouwen bij bijzondere gelegenheden nog kraplappen van dit materiaal. Hiertoe worden oude spreien en kledingstukken van sits opgekocht. Vaak is daar geen kraplap uit een stuk uit te maken. Rechthoekige stukken materiaal worden zorgvuldig aan elkaar genaaid en dunne of sleetse plekken worden gerepareerd. Na het stijven van de kraplap is daarvan nauwelijks iets te zien. Middenvoor is moderne katoen gebruikt; dat deel valt toch achter de rode doek. Kraplap 18e eeuwse sits, samengesteld uit 9 lapjes. Witte ondergrond, bloemranken in paars, rode, blauwe en paarse bloemen en blaadjes. Middenvoor reepje katoen met bloemen in rood, geel, groen, blauw en roze.; Ovale halsuitsnijding, sluiting achter. De kraplap is samengesteld uit 18e eeuws Indian sits. In Bunschoten/Spakenburg dragen de vrouwen bij byzondere gelegenheden nog kraplappen van dit materiaal. Hiertoe worden op veilingen oude spreien en kledingstukken van sits opgekocht. Vaak is daar geen kraplap uit een stuk uit te maken. Rechthoekige stukken materiaal worden zorgvuldig aan elkaar genaaid en dunne of sleetse plekken worden gerepareerd. Na het stijven van de kraplap is daarvan nauwelijks iets te zien. Middenvoor is moderne katoen gebruikt; dat deel valt toch achter de rode doek.; Kraplappen ontwikkelen zich van ondergoed in de 18de eeuw tot sierkledingstukken in de 19de en 20ste eeuw. Ontwikkeling Bu/Sp:; 1880 kleine kraplap, aan de schouders breder dan aan de onderzijde, de sluiting op de schouder, vrijwel ongesteven. 1900: zijkant recht, kraplap breder zodat hij uitsteekt, sluiting nog op de schouder. 1920: voor en achter langer, sluiting achter, stijver gesteven. 1940: kraplap wordt nog langer, zodat omstreeks 1960 de achterzijde tot de taille reikt. Hij wordt iets smaller. Stijf gesteven.; In de winter wordt onder het jak een smallere of een dubbel exemplaar gedragen.; De stof van de kraplap varieert naargelang de situatie. Antieke sits voor speciale gelegenheden. Verder stoffen voor de zondag, de zaterdagmiddag en werkdagen. Ook de verschillende rouwgraden worden d.m.v. de stof uitgedrukt.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie