Kraplap

De kraplap is een tweedelig kledingstuk dat borst en rug bedekt en in het jak gedragen wordt. De coupe lijkt nog erg veel op de z.g. kroplap uit de 16e eeuw. De oudste bekende kraplappen waren van sits of van gestreepte katoen en ook wel van gebloemde katoen. Later werd de kraplap vaak gemaakt van witte zijde met een kleurig bloempatroontje. Omstreeks 1940 is de kraplap van wit satijn waar gekleurde bloemen in boeketvorm op zijn gespoten. Na 1950 worden de boeketmotieven machinaal geborduurd en sedert ongeveer 1960 wordt er gouddraad of lurex in verwerkt. De kleur en de motieven op de kraplap en op het bovenstukje van de schort zijn gelijk. Kraplab van witte zijde, bestaande uit twee gelijke onderdelen, op voor- en achterpand geborduurde bloemmotieven met zijden garen in heldere kleuren, ronde hals met lichtblauw bandje, het geheel "omlijst" en gevoerd met witte katoen, voor de zondag, gedragen onder het kletje.