Katoenen wikkelrok met bladgoud, verdeeld in vakken met wajangvoorstellingen die een mythologisch verhaal vertellen

Door meerdere kenmerken is deze doek zeer bijzonder en zeldzaam, zoals de iconografie en de gebruikte decoratietechnieken. Ook de grootte van de doek is uitzonderlijk voor Java. Het aanbrengen van goudstof wordt vooral aan de Pasisir, Java's noordkust gedaan. De doek is verdeeld in de 'kepala' het 'hoofd 'en de 'badan', het 'lichaam'. De kepale vertoont de traditionele tumpals, driehoekige motieven; op de badan wordt de liefdesgeschiedenis verteld van de Javaanse prins Panji en zijn bruid Candra Kirana. Bijna alle vierkanten tonen twee tegenoverstaande wayangfiguren met hun namen in Javaans schrift. De vierkanten zijn zo geplaatst dat als de rok aaneengenaaid is, en op de juiste manier gedragen wordt, het verhaal zich op volgorde afspeelt (voor een uitleg van het verhaal zie van Hout, 2001:136-145). De batik wordt genoemd in het standaard batikwerk van Rouffaer. De doek is nooit gedragen en is mogelijk als huwelijksgeschenk vervaardigd. Vervaardiging De doek is gemaakt van de beste kwaliteit katoen, 'primissima'. De kepala (hoofd) van de doek is in het midden geplaatst en is gedecoreerd m.b.v. de batiktechniek. Natuurlijke kleurstoffen zijn hiervoor gebruikt. De afbeeldingen in de vierkanten waar het wayangverhaal zich afspeelt zijn direct op de doek geverfd. Het verhaal is aangebracht d.m.v. pigmentverf. De wayangfiguren zijn met bladgoud verrijkt. Deze sarong is mogelijk rond 1850 gemaakt in de werkplaats van Carolina Josephina von Franquemont in Semarang. Von Franquemont was de eerste Indo-europese batik entrepeneur die bekend werd vanwege de bijzondere kwaliteit van de batiks vervaardigd in haar workshop.