Katoenen kokerrok door Fact. M.P. Soediro met bloemen, het zogenaamde 'Metz-vogeltje' en diagonale banen met bekend geometrisch motief

Kokerrok met in de kepala ('hoofd') grote bloemen, het Metz-vogeltje (werd altijd door de bekende Indo-Europese batikster Lien Metzelaar gebruikt, zie Veldhuisen, 1993:79). De badan ('lichaam') bevat een grote parang-variatie. Het parang motief is één van de zogenaamde verboden motieven. Deze motieven werden door de sultans van Yogya en Solo verboden voor de gewone burgers te dragen. Parang betekent (klein) zwaard, en symboliseert macht en groei (McCabe Elliot, 1984:68). Deze rok is afkomstig van de fabriek van Mas Padmo Soediro. Soediro was van de Javaanse adel en kwam naar Batavia om een medische studie te beginnen. Toen dit niet lukte, werd hij klerk bij een regeringskantoor. Daar werkte hij onder Alphons van Zuylen (man van bekende Indo-Europese batikster Lies van Zuylen), die hij vergezelde toen deze naar Pekalongan werd overgeplaatst. Soediro werd hoofd van het huishouden van van Zuylen en huwde een plaatselijke batikster. Rond de eeuwwisseling begon hij zijn eigen batikonderneming. Hij was geen concurrentie wegens de mindere kwaliteit van zijn batiks. Volgens één van de dochters van van Zuylen werden vooral traditionele motieven afgebeeld uit de Midden-javaanse sultanaten, die hun aftrek vonden onder de locale hooggeplaatste Javanen (Veldhuisen, 1993:109). Deze batik was bestemd voor Indo-Europese, -Chinese afnemers en voor de export.