Jurk

Paarse jurk met aan de hals, mouwen en onderkant een zwarte band met rode en gele randen met traditionele motieven. De zomerkleding van zowel mannen als vrouwen bestond bij de Nivch en Oroch uit een onderhemd en een tot de knie reikende jurk (ook bovenhemd genoemd). De katoen was van Chinese of Russische makelij. Meestal was de kleur blauw, grijs of zwart. Maar ook rode, witte en gele jurken kwamen voor. De jurken van de vrouwen waren langer dan die van de mannen. Ook zijn de vrouwenjurken aan de zoom versierd met metalen plaatjes. Soms treft men porceleinen knoopjes aan. Dergelijke inheemse jurken worden aan het eind van de 20e eeuw alleen nog door oude vrouwen gedragen. Prachtig versierde jurken waarin bijzondere materialen zijn verwerkt -zijde en gekleurde kralen en dergelijke- ziet men nog wel eens tijdens regionale folkloristische feesten. Vgl. 1202-4 t/m 1202-9, 1202-268 t/m 1202-271.