japon

Japon: lijfje en rok, lijfje verlengd met draperie, hooggesloten, lange mouw, rok met achterdraperieA. Lijfje: boordje; getailleerd doorlopend tot op heupen; 2x 2 figuurnaden, rugnaden waaiervormig. Lange gebogen mouw, ingezet met vulkoord. Op heupen brede draperie, middenvoor en -achter in 3 diepe horizontale plooien. Om hals garnering van de stof in vorm van loshangend dasje met geplisseerd strookje aan uiteinden. Onder dit ' dasje' een middenvoorpand met bolle sierknoopjes langs randen, rechts vastgezet en links sluitend met haken en trensjes. Onder dit pand een sluiting middenvoor met knopen. Gevoerd, baleinen in voor- en zijnaden tot taille; taillebanden.B. Rok: voorzijde glad met hoogoplopende taillelijn; onder uitlopend in 2 punten met idem knopen langs punt; tussen de punten en opzij rijen ruches van de stof; achterzijde met ruimte voor kleine queue; sterk gedrapeerd, deels schuinlopend, aan onderkant geplisseerde stroken. Rechts opzij horizontale split met zak. Gevoerd.Vermaakt: de japon is uitgelegd en iets veranderd, vrijwel zeker voor zwangerschap.zijde rib bruin/paars; garnering: knopen glasl paars/zilver; voering: katoen bruingrotendeels met de hand genaaid; zeer zichtbare "siernaden" over de plooien van de rok met de machine genaaid