japon

Japon: lijfje en rok; boord, bloesend, driekwart mouw, gerende slepende rok.A. Lijfje: sterk bloesend; halsinzet van geplisseerde voile, zijden boord bekleed met voile. Langs inzet gedrapeerde voile en strook geplisseerde voile; idem aan mouw; op taille gedrapeerde voile. 2 zwarte siergespjes: midden op taille en links op halsdraperie. Sluit langs linker zijnaad, mouwinzet, schouder en boord achter. Voering sluit middenvoor, balein op naden; met gesp verstelbare tailleband met ingeweven motieven, waarop achter 2 haken voor rok. B. Rok: gerend, achter diepe plooi waaruit sleep. Langs onderkant geplisseerde strook voile 26cm, op sleep 3 idem stroken. Achter op taille 2 ringetjes. Sluit: rechts voor met drukknopen, taille met haken en ogen. Zak in rokspilt. Aan rokband 2 ophang-kettinkjes. In zoom blauw bezemband + gerimpeld blauw lint; witte sleeprand.Vermaakt: uit japon ca.1865; C.D. stofresten tonen aan: een japon, die hoog sloot met boordje, lange gebogen mouwen had en een ceintuur met grote strik.zijde korenblauw; ingeweven streep satijn zwart met bloempjes veelkleurig; halsinzet en garnering: zijde voile zwart; voering: lijfje: katoen wit; rok: wol blauw; sleeprand