Jak van zwarte wollen stof, kletje

Volendam, Vrouw, Zondagse dracht, 1985. De coupe van het Volendammer kletje is al heel oud. Op schilderijen rond 1500 komt dit nauw sluitend jakje al voor. Het langetband waarmee de halsopening afgezet wordt, is sterk aan mode onderhevig. Het oudere langet vertoonde "ussies", "boompies", "skeepies", en "ondjes", (huisjes, boompjes, scheepjes en hondjes). Deze hebben plaats gemaakt voor kleine geometrische patronen, kroontjes en sterretjes. Het kletje wordt op de zondag en op feestdagen gedragen. In de tijd dat het daagse jak nog niet bestond droeg men het kletje de hele week door. Zwart wollen boezelgoed, bestaande uit twee voorpanden, een achterpand en mouwen welke elk uit drie delen bestaan, de hals is aan de voor- en achterzijde diep rechthoekig uitgesneden en rondom belegd met zwart-wit langet, het achterpand is vrij smal, de voorpanden vrij breed waardoor de naden op de rug lopen, het onderste deel van de naden vormen een splitje, in de voorpanden zijn ook splitjes aangebracht, tussen de twee splitten heeft een opnaaisel gezeten die er met dikker worden uit gehaald kan worden, sluiting aan de voorzijde met haken ogen en langs de sluiting afgezet met een blauw koordje, mouwen reiken tot even onder de elleboog, het kletje is ongevoerd. Volendam, Vrouw, Zondagse dracht, 1985; De coupe van het Volendammer kletje is al heel oud. Op schilderijen rond 1500 komt dit nauw sluitend jakje al voor.; Het langetband waarmee de halsopening afgezet wordt, is sterk aan mode onderhevig. Het oudere langet vertoonde "ussies", "boompies", "skeepies", en "ondjes", (huisjes, boompjes,; scheepjes en hondjes). Deze hebben plaats gemaakt voor kleine geometrische patronen, kroontjes en sterretjes.; Het kletje wordt op de zondag en op feestdagen gedragen. In de tijd dat het daagse jak nog niet bestond droeg men het kletje de hele week door.