Jak van zwart thibet

Jak van zwart thibet. Heeft een ronde lage halsuitsnijding, met hierlangs een 9 cm. breed wit linnen borduursel, een rond plooikraagje. Lange gladde mouwen met een kleine kop ingezet. De sluiting is middenvoor. De voorpanden hebben brede revers. Het frontje en de revers zijn met zwart passement en grof zwart kant versierd. Het jakje heeft mode elementen uit 1910 - 1920, maar het ronde plooikraagje is zeker van 1930 - 1940 maar dan is de rest van de japon weer volstrekt uit de mode. Jak van zwart thibet. Heeft een ronde lage halsuitsnijding, met hierlangs een 9 cm. breed wit linnen borduursel, een rond plooikraagje. Lange gladde mouwen met een kleine kop ingezet. De sluiting is middenvoor. De voorpanden hebben brede revers. Het frontje en de revers zijn met zwart passement en grof zwart kant versierd. Onder aan beide reverskanten 4 garen bolletjes. Over de polsen is eveneens zwart kant genaaid. In het rugpand zijn 5 vertikale opnaaisels gestikt. Het gehele jak gevoerd met zwart keperkatoen. Voering van de voorpanden hangt los en wordt afzonderlijk gesloten met haken en ogen. Het jakje heeft mode elementen uit 1910 - 1920, maar het ronde plooikraagje is zeker van 1930 - 1940 maar dan is de rest van de japon weer volstrekt uit de mode. In 1910 is deze japon een zeer modieuze boerenburgerdracht die doorgedragen is tot 1940. Dit model zou ook heel goed in Zeeland gedragen kunnen zijn. De rok heeft banen met een extra oprijg met plooi bovenop, mode element uit 1907 - 1910. Dit soort ceinturen kwam voor in 1905 - 1920. Zonder kraagje kan deze jurk overal gedragen zijn maar met kraagje is het gedragen op de Veluwe. Hoort bij rok & ceintuur nr. 5908