Meisjes kregen omstreeks het vijfde jaar een kulder. De kinderdracht is tot ong 1950 gedragen. De slippenkulder werd tot in deze eeuw over een borstrok gedragen; daarna verving hij dit...
Meisjes kregen omstreeks het vijfde jaar een kulder. De kinderdracht is tot ong 1950 gedragen. De slippenkulder werd tot in deze eeuw over een borstrok gedragen; daarna verving hij dit kledingstuk. De kulder wordt onder de kraplap gedragen. In de winter wordt over alles nog; een jak gedragen. Wollen stof in satijnbinding, zgn.zelfgerei, zwart, blauwe katoenen voering. Korte mouwen. Sluiting middenvoor met 4 haken en ogen, bovenaan nog een extra oog. In de nek zijn twee stukjes ingezet, reparatie. Zijsplitten, de acterpanden zijn langer, vandaar ook de naam slippenkulder. De slippen lopen naar onder toe breder uit. Het split middenachter is vastgezet.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie