De huipil is een eenvoudig rechthoekig, mouwloos kledingstuk dat de schouders en een deel van de armen bedekt en in de lengte tot op de heupen kan vallen, maar elders tot aan de enkels reikt. In...
De huipil is een eenvoudig rechthoekig, mouwloos kledingstuk dat de schouders en een deel van de armen bedekt en in de lengte tot op de heupen kan vallen, maar elders tot aan de enkels reikt. In het Mixteeks wordt de huipil ook wel ‘Shiku lestu’ genoemd. Met het dragen ervan worden vele aspecten van het sociale leven tot uiting gebracht. De huipil is gemaakt van wit katoen. De huipil bestaat uit drie losse stroken die geweven zijn in linnenbinding. Deze drie stroken zijn aan elkaar gezet met randa werk (siersteek). De hele huipil is versierd met rode strepen in verschillende dikten, die ca. 5cm van elkaar afstaan. Hierdoor ontstaat er een afwisselende patroon van rood en (door de ondergrond) witte strepen. Op de rode stroken worden met kleurrijke pijlen en schuine motieven versierd. De pijlen zijn opgebouwd uit driehoeken, hierdoor geeft de pijlen net als de driehoek vruchtbaarheid aan. De ronde hals is afgewerkt met wit garen, geborduurd in een zigzag motief. De zigzag motief heeft slang als betekenis, dat weer met de regen en vruchtbaarheid in verband staat. De zijkanten van de huipil zijn vanaf de onderkant dichtgenaaid en aan de bovenkant is een opening open gelaten voor de armen. Bij speciale gelegenheden wordt de huipil opgerold tot de heup. De huipil wordt gedragen samen met een mixteekse ceintuur en een wikkelrok. Verzameld door Thomas B. MacDougall en geschonken aan Museum Volkenkunde door Irmgard in 1999.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie