a. huipil. Kleine huipil, gemaakt uit één lap (van 84 cm. lengte), dat op een heup- weefgetouw werd geweven inn panamabinding (2-draads) van dunne katoenen garen (ongebleekt). Ingeknipte split in...
a. huipil. Kleine huipil, gemaakt uit één lap (van 84 cm. lengte), dat op een heup- weefgetouw werd geweven inn panamabinding (2-draads) van dunne katoenen garen (ongebleekt). Ingeknipte split in lengterichting (19 cm.) als halsopening, met een rolzoompje in rijgsteek afgewerkt, waarlangs een (verticale) zigzagband in donkerrood is ingeweven. Tussen deze band en de zelfkanten is aan beide kanten een symetrische versiering ingeweven in vnl. donkerrode, daarnaast paarse, donkergroene en oranje wol (acryl?). Deze versiering, die met twee elementen achter en drie vóór valt, bestaat uit vijf banden (23,5 cm. breed): drie hiervan be- staan uit twee rijen van een versierde ruitvorm gescheiden door een tweekleurige zigzagstreep. Tussen deze drie zijn twee andere geplaatst: een donkerrode band in ruit/visgraat motief, in het midden een balkje en aan weerszijden een X-vormig kruis in afstekende kleuren, waarvan de ' bovenpoten' dubbel zijn uitgevoerd. NB. Eén van de banden heeft één ruitje in oranje uitgevoerd, een typisch "Indiaanse" onregelmatigheid. Wordt gedragen in rokje b. met gordel c.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie