lavendelkleurige moiré-zijde met ivoorkleurig fluweel, geborduurd met ivoorkleurig chenille en parelkleurige kralen, voering van zijden satijn (overgenomen uit modecat. CMU 1996, p. 209)Sleep...
lavendelkleurige moiré-zijde met ivoorkleurig fluweel, geborduurd met ivoorkleurig chenille en parelkleurige kralen, voering van zijden satijn (overgenomen uit modecat. CMU 1996, p. 209)Sleep vanuit het middel gedragen. De tailleband is onder de buste bevestigd. De zacht lila moireé zijde is in bladvorm geplet. Zacht lila glorie-zijde als voering (satijnbinding). De sleep is versierd met een tamelijk grof parelborduurwerk op creme kleurig fluweel en chenilledraad.lavendelkleurige moiré-zijde met ingeweven strooimotiefje, applicatie in ivoorkleurig fluweel, borduurwerk met ivoorkleurig chenille en parelkleurige kralen, voering van zijden satijn,Tot 1996 (publicatie van de coll. cat. Mode en kostuums) was de datering: 1809. Sinds 2007 is de datering: 1809-1810 (?). Mogelijk begin 1810, in de stijl van eind 1804-1810. (Hanneke Adriaans, oud-conservator mode Centraal Museum, Utrecht, in artikel: Manteau de Cour, in: Haagse hofmode, Den Haag, Zwolle 2007, p. 16).In de coll.cat Mode en kostuums (1996) staat dat de hofsleep mogelijk gedragen is door Elisabeth Charlotta Both Hendriksen-Winter. Nadien is het onderzoek naar de herkomst voortgezet, zie Hanneke Adriaans, in artikel: Manteau de Cour, in: Haagse hofmode, Den Haag, Zwolle 2007, p. 16.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie