Gestreepte rode huipil met geborduurde nekopening

De huipil is in een heupweefgetouw met katoen geweven. Verder bestaat de huipil uit twee stukken geweven textiel die aan elkaar zijn vastgenaaid. Een huipil wordt uitsluitend door vrouwen gebruikt om de bovenkant van het lichaam (romp, schouders) te bedekken. De ronde hals is eruit geknipt, de zijnaden zijn dicht geborduurd blauw, roze en groen draad; het voorpand precies andersom. Bij een borduursel worden de extra draden toegevoegd na het weven, als het weefsel af is. De hoofdkleur is rood met bij elkaar gegroepeerde, smalle lengtestrepen (blauw, geel, rood, wit en groen). De doorgestreepte huipils van Patzún zijn te herkennen aan het zijden borduurwerk om de nek (in zonmotief) en de halve maantjes van indigo (spijker-) stof in het centrum van de hals, zowel voor en achter. Gekocht voor Q 70, - in de winkel van het Museo Ixchel te Guatemala stad. Patzún bevindt zich in het departement van Chimaltenango. In 2007 telde Patzún een bevolkingsaantal van 48,559 inwoners, waarvan 46,167 tot de Kaqchikel cultuur behoren. De naam Patzún is afkomstig van het Kaqchikel en betekent ´plaats van de zonnebloemen´. Patzún kent haar oorsprong in de prekoloniale tijd, in de XIIde eeuw. Het was een onderdeel van het Kaqchikel territorium en het behoorde tot de Iximché Rijk. De archeologische resten van de hoofdstad, Iximché, zijn vandaag de dag te bezichtigen. In 1540 arriveerden de missionarissen in het gebied. 33% van de bevolking heeft werk. De belangrijkste vorm van inkomsten is de landbouw, de veeteelt en de handel.