Feestelijke gordel ("faja") voor danser, genoemd "xenilol". Op een heup- weefgetouw geweven van witte katoen. Aan weerszijden van het weefsel zijn de kettingdraden steeds vrijge- laten over...
Feestelijke gordel ("faja") voor danser, genoemd "xenilol". Op een heup- weefgetouw geweven van witte katoen. Aan weerszijden van het weefsel zijn de kettingdraden steeds vrijge- laten over ongeveer 1 centimeter, waarna een smal zigzagstreepje is ingeknoopt (macramé); naar de uiteinden loopt dit toe in drie punten. Halverwege is de zigzagstreep opgevuld tot driehoeken met de punten naar boven. Langs de rand zijn om de 1-1,5 cm. korte kwastjes vast- gemaakt van witte borduurzijde. De ingeknoopte zigzagstreep is ver- sierd met een gekleurde wollen (acryl) zigzagstreep, steeds in twee kleuren (elke steek om en om een andere kleur). De uiteinden van het weefsel zelf zijn tot 9 cm. langs de zijkant versierd met een dubbele rij dichte festonsteek in verschillende kleuren, en vier rijtjes: twee zigzag en twee rijgsteek, de laatste met een eigenaardig X-figuurtje. Opge- naaide pailletten completeren het geheel, dat waarschijnlijk als een on- bewerkte lap met loshangende kettingdraden op de markt is gekocht. De gordel wordt twee maal rond het middel gewonden en gedragen met de versierde uiteinden links vóór naar beneden hangend. Men draagt er een wit katoenen pak bij (zoals bijv. serienr.: 4514-37 en 38) met opge- rolde broekspijpen, en een korte cotón (wollen tuniek), zie p. 227 afb. 177. Gekocht in Cuetzalan voor 60 pesos = fl. 18,--, op de zondags- markt van 28 februari 1971.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie