'Faalje' of omslagdoek, Walcheren, 1891

Zogenaamde faalje, falie, overdoek of omslagdoek van zwarte wollen laken. De faalje werd in de lengte dubbelgeslagen gedragen. Om de pasvorm te verbeteren werd in de nek een plooi ingenaaid. De zilveren faaljehaken en -ogen dienden als sluiting. De faalje is gedragen door een onbekende draagster met de initialen ‘J.J.’ Er zijn niet veel faaljes overgebleven. In perioden van textielschaarste in en na de wereldoorlogen van de twintigste eeuw zijn faaljes vaak gebruikt om rokken van te maken.