Doek voor gebedssteen

 

Gebedssteendoekje. Geborduurde doek met geometrische figuren, voornamelijk ruitjes. In het midden staat een rechthoek met vierkantjes in ruitjes. Het is een veelkleurige doek zonder religieuze...

Objectnummer
RV-5183-38
Instelling
Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
Periode
1950-1982
Herkomst
Centraal-Afghanistan

Gebedssteendoekje. Geborduurde doek met geometrische figuren, voornamelijk ruitjes. In het midden staat een rechthoek met vierkantjes in ruitjes. Het is een veelkleurige doek zonder religieuze voorstellingen. In het midden van de doek staat een rechthoek met loodrecht op elkaar staande diagonale lijnen, die ruitjes vormen. In die ruitjes staan vierkantjes. Om de rechthoek is een strook met holbeinmotiefjes (motiefjes die geheel uit rijgsteekjes bestaan en in twee gangen geborduurd worden. Holbeinborduurwerk ziet er aan de voorkant hetzelfde uit als aan de achterkant; zie lit. 3: p. 13). Om de strook met holbeinmotiefjes bevindt zich een strook met ruitjes, het zijn uitsparingsmotieven (lit. 3: p. 16). Stroken met holbeinmotiefjes en stroken met ruitjes (steeds weer met dezelfde afbeeldingen) wisselen elkaar af. In totaal zijn er drie stroken holbeinmotieven en twee stroken ruitjesmotieven. De doek ziet er aan de voorkant bijna hetzelfde uit als aan de achterkant.
De bidsteendoekjes dienen om de door sjiieten gebruikte bidsteen (mohr of turba) in te bewaren. De bidstenen bestaat uit gebakken klei uit Kerbela. De bidstenen bewaart men gewikkeld in de bidsteendoekjes in huis of op het lichaam. Bij het bidden legt men de bidsteendoek op het gebedskleed. Gebedsdoek en -steen liggen zodanig op het gebedskleed dat men tijdens het gebed, bij het voorover buigen, de steen met het voorhoofd aanraakt. De doeken mogen door ieder rein persoon gebruikt worden. De doeken behoren tot de gewijde voorwerpen; als ze versleten zijn begraaft men ze, zodat ze niet met de voeten aangeraakt kunnen worden. De doeken mogen noch verkocht worden noch enig ander doel dienen. Toch gebruiken enkelen de doeken als wanddecoratie of kussensloop (Janata & Jawad 1983: 172-173).
Vervaardiging
De doek is van katoen en het garen waarmee is geborduurd is vermoedelijk glanskatoen. De katoenen doek is machinaal vervaardigd, hetzelfde geldt vermoedelijk voor het garen. De doeken worden door vrouwen en meisjes geborduurd. Volgens de literatuur vereist het borduren van de motieven buitengewone handvaardigheid (Janata & Jawad 1983: 173). Het is moeilijk vast te stellen uit wat voor steken het borduurwerk bestaat. De vermoedelijk gebruikte steken zijn platsteken (o.a. voor vlakvullingen), stiksteken (zowel voor vlakvullingen als voor de zoom) en rijgsteken (holbeinmotieven).

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie