Doek

De witte doekjes worden op Marken gedragen tijdens Pinksteren, de belijdenis of het huwelijk. Het doekje is geborduurd met opengewerkte patronen in sneewerk en open zomen. Langs de rand van het doekje loopt een rozenkantje. In de punt van het doekje staan de initialen ‘G K’ van Geertje Klaasdochter. Zij vertelt: ‘Dit doekje heb ik gemaakt omstreeks 1957. Ik wilde toen belijdenis doen en had het daarvoor nodig. Luutje de Wit heeft me hierbij instructies gegeven, ze leerde me bijvoorbeeld open zomen maken. Het rozenkantje kreeg ik van mijn aanstaande schoonmoeder, waarvoor ik haar heel dankbaar was. Maar omdat dit heel kostbaar was en je er moeilijk aan kon komen, zijn de voorslippen voorzien van een ander kantje.’ Wit linnen doekje, wit geborduurd met opengewerkte patronen, sneewerk, en zomen. Langs de randen een kantje. Gesteven en in de vorm gevouwen, aan de rugzijde verstevigd met een balein. In de punt in rood de initialen GK, is Geertje Klaasd. De witte doekjes worden op Marken gedragen tijdens Pinksteren, de belijdenis of het huwelijk. Het doekje is geborduurd met opengewerkte patronen in sneewerk en open zomen. Langs de rand van het doekje loopt een rozenkantje. In de punt van het doekje staan de initialen ‘G K’ van Geertje Klaasdochter. Zij vertelt: ‘Dit doekje heb ik gemaakt omstreeks 1957. Ik wilde toen belijdenis doen en had het daarvoor nodig. Luutje de Wit heeft me hierbij instructies gegeven, ze leerde me bijvoorbeeld open zomen maken. Het rozenkantje kreeg ik van mijn aanstaande schoonmoeder, waarvoor ik haar heel dankbaar was. Maar omdat dit heel kostbaar was en je er moeilijk aan kon komen, zijn de voorslippen voorzien van een ander kantje.’