Aan het eind van de negentiende eeuw werden de Hervormde kinderen van de Noord-Veluwe niet meer zo snel na hun geboorte gedoopt. Volgens de doopboeken uit 1900 vond de doop plaats wanneer de...
Aan het eind van de negentiende eeuw werden de Hervormde kinderen van de Noord-Veluwe niet meer zo snel na hun geboorte gedoopt. Volgens de doopboeken uit 1900 vond de doop plaats wanneer de kinderen één tot zes maanden waren. De baby’s waren dan niet meer ingebakerd. Zij kregen gekleurde jurkjes aan met korte mouwen en versierd met opnaaisels van band, met daaroverheen een schortje. Er hoorden witte polsmofjes bij. Ook elders kwamen dergelijke doopjurkjes in de mode. De jurkjes met pofmouwtjes hadden het model van de burger kindermode, de zogenaamde Ot en Sien mode. Ze zijn wel per streek herkenbaar aan kleine details, zoals aan de manier van versieren. Dit soort jurkjes werd gedragen vanaf de doop tot aan ongeveer de derde verjaardag, zowel door jongens als meisjes.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie