Bruin geverfde katoenen broek met wijde pijpen

 

Deze broek is alleen behandeld met de mordant, het plantenmengsel dat de modderverf vasthoudt. De basis wordt gevormd door lokaal geweven katoenen stroken die geweven zijn op een typisch...

Objectnummer
TM-5388-4b
Instelling
Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
Periode
voor 1991
Herkomst
Mali

Deze broek is alleen behandeld met de mordant, het plantenmengsel dat de modderverf vasthoudt. De basis wordt gevormd door lokaal geweven katoenen stroken die geweven zijn op een typisch West-Afrikaanse weefstoel, zoals zichtbaar in de tentoonstelling Afrika 2006-2016. De banen worden aaneengenaaid, en vervolgens geverfd. Voor de bogolan-techniek wordt een mengsel van sterk geoxideerde modder en planten gebruikt. Bogo betekent grond, aarde in het Bamana. De modder wordt op een drager, doorgaans textiel, aangebracht met een kwast. Als eerste wordt de stof in een plantaardig bad gedaan, waarna het in de zon wordt gedroogd. Deze basis zorgt voor het vasthouden van de kleur van de modder, die erop wordt geschilderd. De doek wordt voor het schilderen over een grote kalebas gelegd, die als stevige ondergrond fungeert. Het zwarte is geschilderd, wat overblijft in wit is het patroon. Het proces herhaalt zich meerdere malen, voor een goed resultaat, waarbij de doek in helder water wordt gespoeld. Tenslotte wordt met traditionele zeep de uitgespaarde tekeningen nog gebleekt (Duponchel, 2003:88 e.v.).

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie