Japon van soepele zijden stof; de stof heeft een ketting in de kleuren donker blauw, helder groen, oranje en geel, de inslag bestaat uit dezelfde kleuren waardoor er een horizontaal effect...
Japon van soepele zijden stof; de stof heeft een ketting in de kleuren donker blauw, helder groen, oranje en geel, de inslag bestaat uit dezelfde kleuren waardoor er een horizontaal effect ontstaat van ruiten; Japon heeft een verhoogde taille; links in zijnaad zit een split van 27 cm. ; de sluiting loopt vanaf de linker verhoogde taiile tot onder de oksel en langs de voorkant van de mouwinzet tot even onder de schouder met 15 haken en ogen; het lijfje heeft aan de voor- en de achterzijde een lage halslijn; het achterpand van het lijfje is gevoerd, in het lijfje voor zijn twee sluitstukken van bruin linnen met midden voor een zwart aangezet verlengstuk van glanskatoen, dat sluit met 4 haken en ogen; het voorpand van het lijfje bestaat uit één stuk waarbij de stof schuin geknipt is; het achterpand bestaat uit drie panden waarbij de banen horizontaal zijn; langs de hals is een bies genaaid die opgevuld is met een dubbele draad; middenvoor bevindt zich een opening in de bies met een groene veter die bedoeld is om de halslijn iets aan te trekken. De rok bestaat uit 5 banen van 52 cm. die glad voor aan het lijfje zitten en op opzij sterk gerimpeld zijn met drie dubbele platte plooien waarin, aan de rechterzijde, een split van 27 cm.; die met een bies van dezelfde stof is afgezet; links is er een open split door de taille als sluiting; middenachter is de rok over 6 cm. sterk gerimpeld aan het lijfje met ter weersziijden een drie dubbele plooi; de rok is onderaan afgewerkt met een schuin geknipte band van dezelfde stof;deze band heeft boven en ondereen tunneltje met een koord daarin; langs de gehele rokrand is een oprijgsel aangebracht om de rok op de goede lengte te maken; middenachter is er een ceintuur vastgestrikt; de streep hiervan staat dwars op die van de jurk met boven en onder ingenaaid koord; de sluiting van de seintuur bestaat uit twee haakjes en trensjes; de ceintuur is gevoerd met bruin linnen. Mouwen: langs smalle mouwen dwars gestreept uit een stuk gevoerd tot aan 12cm van de onderkant met bruin linnen. Aan de mouw einden twee koorden ingestikt (tussenruimte 3cm). Daartussen een band van dezelfde stof poffend opgenaaid. Op 8cm hoogte onder aan de mouw een biesje van 1cm genaaid met haak en trensje als sluiting. De pofmouw is uit een stuk, schuin geknop, gerimpeld op het lijfje gestikt. De rand op dezelfde manier verwerkt als onder aan de mouw.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie