Robe à la Française onder de loep

 
Robe à la Française, ca. 1775-1785, collectie Rijksmuseum
15 december 2017
Textielrestaurator Rijksmuseum

Het Rijksmuseum kocht in 2011 een robe à la Française aan, daterend uit circa 1775-1785. Textielrestaurator Mieke Albers van het Rijksmuseum deelt met Modemuze de bijzonderheden en conditie van deze specifieke japon.

Een Franse jurk

Een van de kenmerken van een robe à la Française is de open japon aan de voorzijde met daaronder een rok van dezelfde stof. Op de rug vindt men de karakteristieke plis Watteau. Zie ook de blog Jean-Antoine Watteau & de Mode, van Bianca du Mortier, conservator kostuum van het Rijksmuseum.

Du Mortier schrijft in dit blog over de plis Watteau: “Direct onder de halsuitsnijding wordt een diepe centrale stolpplooi geflankeerd door een aantal platte plooien, die naar beneden uitlopen en van achteren uitstaan.”

Knal oranje

Het is opvallend dat deze robe à la Française aan de buitenkant niet verkleurd is na bijna 250 jaar. Voor het verkrijgen van de oranjekleur werd geverfd met zogenaamde anotto zaden, afkomstig uit het Amazonegebied. Voor een intensere kleur oranje werd voor deze stof brazielhout aan de verf toegevoegd.

Details, technieken buitenkant
Details, technieken buitenkant

Anders dan andere robes

Bovendien vallen de stroken met poefs op die eigenlijk heel simpel zijn gemaakt: een dubbele laag stof is, voor het oog, op gelijke afstanden bij elkaar genomen en ingetrokken. De ontstane ruimtes zijn gevuld met katoenen watten of kapok en gevoerd. De poefs zijn zigzaggend ten op zichtte van elkaar op de japon vastgenaaid.

Verdere decoratie is te zien bij het tweedelige borststuk en de aansluitende zijkanten van de robe à la Française: stroken stof waarin kleine stopplooitjes gelegd zijn. Het plooiwerk is uit de losse hand gedaan, wat goed te zien is aan de onregelmatigheid van de grootte van de plooitjes.

De bovengenoemde poefs en stolpplooitjes zijn afgezet of versierd met zogenaamde fly fringe, een geweven bandje waarin zogenaamde flies (vliegjes) zijn verwerkt. In het geweven bandje is ook een chenille draad verwerkt; dit alles in dezelfde kleurstelling als de stof en de knopen van de japon. De knopen zijn zowel functioneel als decoratief en zijn hoogstwaarschijnlijk gemaakt door een knopenmaker, die over een houten mal zijden draden in een patroon heeft geweven.

Technieken binnenkant
Technieken binnenkant

Aan de binnenzijde

In de linnen voering van de mouwen zijn ronde loden gewichten genaaid, die aan de buitenkant niet te zien zijn. De loodjes wegen ongeveer 100 gram per stuk, waardoor de mouwen onberispelijk blijven hangen. De japon heeft een binnenlijf van tijk met middenachter een opening met aan weerszijden gefestonneerde nestelgaten, waardoor heen een veter is geregen die aangetrokken kan worden.        

Verder is de japon gevoerd met een stof die Chiné a la branche wordt genoemd. Zowel de ketting- als de inslagdraden van het weefsel zijn vóór het weven van de stof in twee verschillende patronen geverfd.

Efficiënt en zuinig

Mooie stoffen, zoals van deze japon, waren erg duur. Waar de stof tijdens het dragen niet zichtbaar was, werd daarom een goedkoper en simpel textiel gebruikt. Dit is goed te zien op de onderstaande afbeelding: het bovenste deel van de rok is van een andere stof.

Verschillende soorten stof gebruikt voor de rok
Verschillende soorten stof gebruikt voor de rok

Conditie
Conditie

Conditie

Behalve de aanwezigheid van de vele kreukels in de japon, lijkt op het eerste gezicht de algehele conditie goed. Er zijn geen cruciale veranderingen uitgevoerd.

Bij verder onderzoek blijkt er echter schade aan het binnenwerk van de japon. Aan de transpiratievlekken is te zien dat de japon gedragen is en over de prachtige voeringstof zijn aan de onderkant een katoenen strook en een gaasachtig weefsel geplaatst. Hoogstwaarschijnlijk aangebracht om de Chiné a la branche tijdens het dragen tegen vuil te beschermen.

Oplappen

Het is interessant om te zien hoe er in de loop van de tijd meerdere reparaties aan het binnenlijf zijn uitgevoerd. Verschillende lapjes zijn over de verstelbare sluiting genaaid. Deze lapjes zijn gescheurd en verschillende keren hersteld. Voor de conservering werd alles uitgebreid gedocumenteerd en gefotografeerd. Alleen het bovenste lapje werd verwijderd omdat dit trok en schade veroorzaakte. 

Oplappen
Oplappen

Details tailleband
Details tailleband

Conserveren voor de toekomst

De tailleband van de rok en de naturelkleurige zijden voering van de plooien zijn erg fragiel. Bij het hanteren en exposeren hebben juist deze delen van het kostuum extra te lijden, daarom werd hieraan bij de conservering extra aandacht aan besteed.

Details voering bij de taille
Details voering bij de taille

De verteerde voeringzijde werd overtrokken met een dunne zijden stof. Daarnaast werden zowel de boven- als de onderkant van de tailleband en sluitlinten, met behulp van een naaitechniek, van steunlagen voorzien. Dit wordt ook wel een sandwichtechniek genoemd.

Om de prachtige voering tot zijn recht te laten komen werden de strook stof en het gaasachtig weefsel verwijderd.

Chiné a la branche
Chiné a la branche

De japon werd geconserveerd voor de toekomst en was in volle glorie te zien in de tentoonstelling Catwalk in het Rijksmuseum (februari –mei 2016).

Voor meer kostuumhistorische informatie over deze japon, zie ook het collectieboek van het Rijksmuseum:  

B.M. du Mortier e.a., Mode & Kostuum, Amsterdam 2016

Categorie: 

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie