Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Wie koopt er nu niet eens ‘fast fashion’, een hip T-shirt van 5 euro of een snelle spijkerbroek van 20 euro? Het is moeilijk weerstand te bieden aan dat ongelooflijk goedkope t-shirt of jeans die je dit seizoen zo modieus voor de dag doet komen. Kenmerk van de mode is nu eenmaal voortdurende verandering en we doen maar al te graag aan de laatste trends mee.[1] Maar het is de vraag of je wel op de hoogte bent van de enorme kosten van goedkope mode?
Zoals de filmmakers van de documentaire The True Cost zeggen: ‘De prijs voor kleding neemt al decennia gestaag af, terwijl de kosten voor mens en milieu dramatisch zijn gegroeid’. De Amerikaanse directeur van een groot modemerk, Eileen Fisher, riep onlangs uit dat ‘de kledingindustrie de tweede grootste vervuiler in de wereld is – na de olie-industrie’.[2] Hoewel deze hyperbolische claim moeilijk valt te staven en betrouwbare statistieken nog niet beschikbaar zijn [3], is het gevoeglijk bekend dat de mode-industrie uitblinkt in misselijkmakende uitbuiting van menselijke arbeid en natuurlijke hulpbronnen.[4]
Mode en duurzaamheid lijken haaks op elkaar te staan. Verrassend genoeg is dat geen nieuw of recent gegeven, want de kledingindustrie was altijd al een kapitalistisch systeem bij uitstek. Karl Marx schreef in Das Kapital (1867) al over de uitbuiting van arbeiders in de textielindustrie en vond in kleding hét voorbeeld van ‘koopwaarfetisjisme’ (Sullivan, 2016). Tussen toen en nu lijkt er maar weinig veranderd, alleen staat de fabriek niet meer bij ons om de hoek, maar in verre landen. En ook is de mode door de democratisering in het bereik gekomen van (bijna) iedereen.[5]
Er zijn twee problemen bij het veranderen van het modesysteem: de productie en de consumptie. Het productieproces van kleding is ingewikkeld en de consument is voortdurend op zoek naar de laatste trend in de mode.[6] Wil er iets in dat productieproces veranderen, dan is het niet gemakkelijk om te bepalen waar een begin te maken. Neem het maken van iets simpels als een T-shirt. Het productieproces van wel bijna veertig stappen vindt plaats in heel verschillende landen: katoen zaaien en oogsten; de balen katoen bleken en schoonmaken; katoen tot een draad verwerken; de draden tot een stof breien; de stof verven; de stof in stukken knippen; een ontwerp voor een T-shirt maken; de verschillende delen (voor- en achterkant, mouwen) in elkaar zetten; het T-shirt eventueel nog verder bewerken door het te bedrukken met tekst, of te borduren met kralen of glitters. Het T-shirt verpakken en transporteren, vaak naar de andere kant van de wereld. Reclame maken voor het shirt en het T-shirt in de winkel of online verkopen. Als je bij dit alles weet dat het produceren van een kilo katoen 10.000 liter water kost en het maken van een T-shirt nog eens 2500 liter, en een spijkerbroek 7000 liter, dan besef je hoe ‘dorstig’ de kledingindustrie is.[7] Bovendien komen bij het verven giftige stoffen in het milieu. En misschien nog het meest onthutsende van alles is dat naar schatting 30-40% van nieuwe kleding onverkocht weggegooid wordt. Dat is een verbijsterende verspilling en overproductie.
‘Fast fashion’ is een vrij recent fenomeen. Dit mondiale modesysteem kwam aan het einde van de jaren negentig op en wordt gekenmerkt door jachtige veranderingen in stijl, steeds snellere cycli van wereldwijde productie en consumptie, en steeds goedkopere producten.[8] Mode is een van de grootste en snelst groeiende industrieën die momenteel gewaardeerd wordt op 3 biljoen dollar en waarin wereldwijd ongeveer 75 miljoen mensen werkzaam zijn. 90% van de kleding wordt geproduceerd in lage loonlanden, vooral in Azië, terwijl in de prijsberekening voor een kledingstuk maximaal 1 of 2% naar het loon van de meestal vrouwelijke (80%) textielarbeiders gaat. ‘Fast fashion’ – de grote winkelketens zoals Zara, H&M, Primark, C&A en Uniqlo – met hun steeds snellere omzet, steeds goedkopere kleding, en immer grotere winsten, is typisch een systeem waarin het kapitalisme in al zijn facetten doordraait.
Tot zover wat cijfers en gegevens. Die geven vooral de indruk dat duurzame mode niet anders dan een contradictio in terminis kan zijn. In de afgelopen tien jaar hebben mode-onderzoekers de nadruk gelegd op een systematische aanpak van de sociale, economische, en milieu gevolgen van het geglobaliseerde modesysteem.[9] Vaak beperkt die aanpak zich tot een relatief kleine verbetering of verandering ergens in de productieketen. Verduurzaming is overigens nog niet eens zo gemakkelijk, want wol en katoen zijn bijvoorbeeld minder duurzaam dan allerlei kunststoffen zoals polyester, omdat natuurlijke grondstoffen veel water verbruiken. Zelfs ‘biologische’ katoen is nog altijd minder duurzaam dan synthetische stoffen.
Een ander element dat nogal eens vergeten wordt dat de mode-industrie niet alleen draait om complexe ketens van materiële productie en consumptie, maar ook betrekking heeft op immateriële kwesties zoals imago, identiteit en sociale relaties.[10] Zolang de modewereld goed draait bij het verkopen van glamour en ideaalbeelden, zal er weinig veranderen. De consument wil toch altijd graag met de laatste – of één na laatste – trend meedoen. Koopgedrag is nu eenmaal een belangrijk onderdeel geworden van onze identiteit.
Het systeem van ‘fast fashion’ is te plaatsen in een algehele ‘cultus van snelheid’ waaraan onze samenleving ten prooi is gevallen.[11] Het verlangen naar constante verandering en vernieuwing houdt de snelheid in stand waarmee mode wordt geproduceerd en geconsumeerd. Trends volgen elkaar sneller op dan wij van sokken kunnen verwisselen. Die hijgerige snelheid is de voornaamste drijfkracht achter het modesysteem.
Het is een grote uitdaging om het complexe modesysteem duurzamer en ethischer te maken, maar willen we de wereld verbeteren, mensen in andere delen van de wereld een waardig bestaan geven, en het milieu sparen, dan zullen we de eindeloze spiraal van steeds snellere productie en consumptie moeten stoppen. Er is een paradigmaverandering nodig of zelfs een revolutie.[12]
Het probleem is een 24/7 maatschappij ‘waarin het produceren, consumeren en weggooien zich zonder onderbreking voordoet, wat de uitroeiing van het leven en de uitputting van de middelen versnelt’, zoals Jonathan Crary schrijft.[13] Er is maar één oplossing en dat is ‘verlangzamen’ geen ‘fast fashion’, maar ‘slow fashion’.[14] Duurzame mode is langzame mode. Langzame strategieën moeten het proces van productie en consumptie zodanig vertragen dat mens en milieu gespaard blijven en de afvalberg vermindert.[15] Langzame mode maakt deel uit van een grotere fascinatie met traagheid, die paradoxaal genoeg modieus begint te worden als een moderne ‘strategie van het hedendaagse’.[16] Duurzame mode richt zich op het creëren van ethische en langdurige relaties tussen mensen en hun omgeving.[17]
In het laatste decennium zijn talloze initiatieven ontstaan, overal ter wereld, om de mode te verduurzamen: ‘eco-mode; ‘groene mode’—de termen (meestal in het Engels) vliegen je om de oren.[18] Je hoeft niet ver te zoeken, want sommige goedkope modeketens zoals C&A en H&M presenteren nu al ‘groene’ kledinglijnen. Inmiddels is duurzame mode zelf al weer een trend geworden; ook duurzaamheid is aan mode onderhevig![19]
Ook in Nederland zijn veel initiatieven om duurzame mode in Nederland te creëren. Om maar een paar te noemen: het Nederlandse jeansmerk G-star en zanger Pharrell Williams lanceerden samen ‘RAW for the Oceans’, een project dat recycled plastic uit de oceaan gebruikt om een verzameling stoffen te maken, waaronder twee nieuwe soorten denim. Studio JUX produceert hun meeste kledingstukken in een eigen kledingfabriek in Kathmandu in Nepal. Elk kledingstuk dat in die fabriek is gemaakt, bevat een genummerd label dat overeenkomt met een Nepalese kleermaker met wie de consument ‘de hand kan schudden’ op de website van het bedrijf. Bij MUD Jeans kan je je jeans huren en bij Oh My Bag kan je fair trade tassen kopen. Er zijn kledingbibliotheken waar je kleding kunt lenen of uitwisselen. Natuurlijk zijn er ook ontwikkelingen om oude kleding en textiel te hergebruiken, op meer industriële schaal bijvoorbeeld bij Texperium waar KLM-uniformen worden gerecycled tot nieuwe producten. Marjanne van Helvert recyclet op een meer kunstzinnige manier voor haar Dirty Design project.
Er zijn dus veel inspirerende voorbeelden om het langzamer aan te doen, ook in de mode. Blijkbaar is duurzame mode langzamerhand geen contradictio in terminis meer. Misschien dat je een volgende keer het T-shirt bij de Primark kan laten liggen. Of in ieder geval dat je af en toe bewust een duurzaam geproduceerd kledingstuk kan kopen. Langzaam aan kunnen we met elkaar het modesysteem veranderen en verduurzamen.
Black, S. ed. (2012) The Sustainable Fashion Handbook. London: Thames and Hudson.
Black, S., (2008) Eco-chic. The Fashion Paradox. London, Black Dog Publishing.
Chapman, J. (2015, 2nd ed.) Emotionally Durable Design: Objects, Experiences & Empathy. New York: Routledge.
Clark, H. (2008) ‘Slow + Fashion – an Oxymoron – or a Promise for the Future…?’, Fashion Theory: The Journal of Dress, Body and Culture 12 (4): 427-446.
Cline, E.L. (2012) Over-Dressed: The Shocking High Cost of Cheap Fashion. New York: Penguin.
Crary, J. (2013) 24/7: Late Capitalism and the Ends of Sleep. London and New York: Verso
Entwistle, J. (2015, 2e ed.) The Fashioned Body: Fashion, Dress and Modern Theory, Cambridge: Polity Press.
Fletcher, K. & Tham, M. eds. (2014) Routledge Handbook of Sustainability and Fashion. London: Routledge.
Fletcher, K. (2008) Sustainable Fashion and Textiles: Design Journeys. London: Earthscan.
Gordon, J. (2015) Sustainable Fashion: Past, Present, and Future. London: Bloomsbury Academic.
Gwilt, A. & Rissanen, T. (eds) (2012) Shaping Sustainable Fashion: Changing the Way We Make and Use Clothes. London: Earthscan.
Hethorn, J. & Ulasewicz, C. eds (2008) Sustainable Fashion: Why Now? A Conversation about Issues, Practices, and Possibilities. Fairchild Books
Hethorn, J. & Ulasewicz, C. eds. (2015) Sustainable Fashion: What’s Next? A Conversation about Issues, Practices, and Possibilities. New York: Fairchild Books.
Honoré, C. (2004) In Praise of Slowness: Challenging the Cult of Speed. New York: Harper Collins.
Koepnick, L. (2014) On Slowness: Toward an Aesthetic of the Contemporary. New York: Columbia University Press, p. 12.
Lipovetsky, G. (1994 [1987]) The Empire of Fashion: Dressing Modern Democracy, New Jersey: Princeton University Press.
Marx, K. (2007 [1867]) Capital: A Critique of Political Economy, New York: Cosimo.
Matevosyan, Hasmik, Paradigm Shift in Fashion. Booklight, 2014.
Maynard, M. (2013) ‘Fast Fashion and Sustainability’. In S. Black et al (eds.), The Handbook of Fashion Studies. London: Bloomsbury: 542-556.
Minney, S. (2011) Naked Fashion: The New Sustainable Fashion Revolution. Oxford: New Internationalist.
Osbaldiston, N. ed. (2013) Culture of the Slow: Social Deceleration in an Accelerated World. Basingstoke: Palgrave Macmillan.
Paulins, V.A. & J.L. Hillery (2011) Ethics in the Fashion Industry. New York: Fairchild Books.
Press, C. (2016) Wardrobe Crisis. How We Went From Sunday Best to Fast Fashion. Carlton, Australia: Nero.
Rosa, H. (2013) Social Acceleration: A New Theory of Modernity. New York: Columbia University Press.
Sullivan, A. (2016) ‘Karl Marx: Fashion and Capitalism’, A. Rocamora & A. Smelik (eds.) Thinking Through Fashion. A Guide to Key Theorists, London: I.B. Tauris pp. 28-45.
Sweeny, G. (2015) ‘It's the Second Dirtiest Thing in the World—And You’re Wearing It’ on: www.alternet.org.
Teunissen, J. ed. (2013) A Fashion Odyssey: Progress in Fashion and Sustainability. Arnhem: ArtEZ Press.
Teunissen, José (2015) ‘Fashion Data: Over het falende modesysteem en alternatieve oplossingen’.
Thomas, S. (2008) ‘From “Green Blur” to Ecofashion: Fashioning an Eco-lexicon’, Fashion Theory: The Journal of Dress, Body and Culture 12 (4) 525–540.
Wicker, A. (2017) ‘We Have No Idea How Bad Fashion Actually Is for the Environment, But It’s Definitely Not Good’.
Wilson, E. (2003 rev. ed.; oorspr. 1985) Adorned in Dreams. Fashion and Modernity. New Brunswick: Rutgers University Press
Winge, T.M. (2008) ‘“Green Is the New Black”’: Celebrity Chic and the “Green” Commodity Fetish’, Fashion Theory: The Journal of Dress, Body and Culture 12 (4) 511–524.
Anneke Smelik is hoogleraar Visuele Cultuur aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Haar meest recente boeken zijn Delft Blue to Denim Blue. Contemporary Dutch Fashion (2017); Materializing Memory in Art and Popular Culture (2017); en Thinking through Fashion. A Guide to Key Theorists (2016). Haar nieuwe onderzoek gaat over duurzame mode; vanaf september 2018 werkt zij bij het NIAS in Amsterdam een jaar lang aan een boek over ‘slow fashion’.
Zie voor meer informatie, interviews en artikelen: www.annekesmelik.nl
Anneke Smelik, Wat trek ik vandaag aan? Over kleding, consumptie en identiteit
Anneke Smelik, 'Science fashion': mode en technologie
[1] Wilson 2003.
[2] Sweeney 2015.
[3] Wicker 2017.
[4] Black 2012; Cline 2012; Fletcher & Tham 2014; De cijfers in dit artikel zijn gebaseerd op de rapporten en documentaires die na de bibliografie zijn opgenomen.
[5] Lipovetsky 1987.
[6] Clark 2008.
[7] Teunissen 2015.
[8] Maynard 2013; Press 2016.
[9] Fletcher 2008; Fletcher & Tham 2014; Gordon 2015; Gwilt & Rissanen 2012; Hethorn & Ulasewicz 2008, 2015; Black 2008, 2012; Teunissen 2013.
[10] Entwistle 2015.
[11] Honoré 2004; Rosa 2013.
[12] Matevosyan 2014; Minney 2011.
[13] Crary 2013: 17.
[14] Osbaldiston 2013.
[15] Paulins & Hillery 2011.
[16] Koepnick 2014.
[17] Chapman 2015.
[18] Thomas 2008.
[19] Winge 2008.
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Er zou echt een ommekeer (revolutie) moeten komen, ongetwijfeld. Slow fashion gaat echter niet veranderen dat de goedkope krachten overzee beter betaald gaan worden.
https://www.soopl.nl/nl/kledingrek/shop/kledingrekken.html