Bolletjestrui

Morgen vindt het Grand Départ van de Tour de France plaats. Groot feest voor wielersporters, maar ook voor de bolletjestrui! Die viert dit jaar namelijk zijn veertigste verjaardag.

Met zijn grote rode stippen is de bolletjestrui een opvallende verschijning binnen de sportkleding. Het ongebruikelijke stofontwerp zou zijn ontleend aan één van de sponsoren van de Tour van 1975, een chocoladefabrikant die zijn waren in roodwitte verpakkingen aanbood. Onze eigen Joop Zoetemelk, een grote naam uit de Nederlandse wielergeschiedenis, was de allereerste renner die de ‘maillot à pois rouges’ mocht dragen.

Tourdeelnemers kunnen de trui verdienen door punten te behalen tijdens het bergklassement, waarbij ze zo snel mogelijk over verschillende bergtoppen heen moeten komen. Wie na een etappe de meeste punten op zijn naam heeft staan, mag de volgende etappe in de gestippelde bergtrui rijden. Degene die aan het eind van de Tour de France het bergklassement leidt – de zogeheten ‘bergkoning’ – krijgt de laatste bolletjestrui uitgereikt.

Hoewel polkadots goed in het modebeeld van de jaren zeventig passen, voelde niet elke wielrenner zich destijds even gemakkelijk in de bolletjestrui. Tourwinnaar Lucien van Impe zou zich in het bijzonder gegeneerd hebben voor het opzichtige kledingstuk, dat hij zes keer in zijn carrière zou winnen. Inmiddels lijkt hij zich met de trui te hebben verzoend. “Ze maken de bolletjestrui te schande'', klonk onlangs zijn kritiek op de nieuwe opzet van het bergklassement.

Mocht de Nederlandse ploeg de Tour dit jaar niet winnen, dan maken we hopelijk kans op een ander truienrecord. De Brabantse verzamelaar Henk Theuns hoopt met zijn collectie wielertruien binnenkort het Guinness World Record te vestigen – inmiddels heeft hij er ruim 4500 verzameld! Onze eigen collectie bolletjestruien beperkt zich tot dit vrolijke exemplaar van de Franse knitwear-ontwerpster Maggy Calhoun. Minder geschikt om in te fietsen, maar wel met bijpassende rok!