Onlangs kwam ik per toeval bij dit object, een Marker zomerboezeltje (een schortje), terecht. Ik was op zoek naar enkele voorbeelden van Kalligrafie Batiks voor een project dat vorig jaar in het najaar plaatsvond, toen ik het tegenkwam in de collectie van het Textile Research Centre.[1] De opvallende kalligrafie toegepast op een schortje trok mijn aandacht; niet alleen omdat het Arabische kalligrafie betrof, maar ook omdat het is gebruikt in de Nederlandse streekdracht.
Batik is een uitsparingstechniek waarbij met hete was patronen worden aangebracht op textiel. Kalligrafie Batik, of Besurek Batik, is een stijl binnen de Indonesische batik. Deze batiks, vaak blauw met witte motieven, staan vol tekens die te herkennen zijn als Arabische of islamitische kalligrafie. Ze werden gemaakt op Java (o.a. in Cirebon en Demak) en waren bestemd voor de Sumatraanse markt.[2] Daar deed de islam rond de 11e eeuw zijn intrede. De stijl van de kalligrafie lijkt veel op de kalligrafie afkomstig uit het Ottomaanse rijk (1299-1922), dat nu Turkije is, en het is aannemelijk dat de tekens op de batiks in eerste instantie gekopieerd zijn van bestaande geschriften.
De Kalligrafie Batiks worden gezien als talisman en geven bescherming aan de drager. In de meeste museumcollecties vind je voornamelijk Besurek Batik in het formaat hoofddoek.[3] Deze hoofddoeken dienden vermoedelijk om te dragen tijdens gebeden en rituelen. Er zijn ook andere formaten en varianten bekend waaronder sarongs, banners en zelfs hesjes beschreven met de soerat al-ihklaas – een Koranhoofdstuk waaraan een beschermende werking wordt toegeschreven.[4]
Op oudere Besurek Batik zijn de teksten vaak nog herkenbaar als de Arabische spreuk Bismillah of andere gebeden. Soms zijn de teksten in de vorm van een dier of bloem gestileerd. Een leeuw zou staan voor God, een vogel voor Allah en Mohammed wordt als paard verbeeld.[5] Deze vorm van zoomorphic calligraphy of zoomorphism is een manier om levende wezens af te beelden, zonder dat ze meteen als dusdanig herkenbaar zijn. In de koran staat een verbod op verafgoding: doorgaans worden er überhaupt geen mensen of dieren afgebeeld binnen islamitische kunst.
Besurek Batik in sarongformaat dienden zeker niet om als sarong, rond de heupen en benen, gedragen te worden. Wel werden ze als lijkwade gebruikt of om belangrijke spullen, zoals de koran, mee in te pakken.
En daarmee kom ik terug bij het schortje uit de collectie van het Textile Research Centre (TRC), want: hoe komt de Arabische kalligrafie terecht op een schortje gedragen in de Marker streekdracht?
Het schortje, ook wel boezel genoemd, is een typisch voorbeeld uit de dracht die voor de Tweede Wereldoorlog gebruikelijk was op het voormalige eiland Marken.[6] Kinderen hadden binnen deze klederdracht hun eigen ‘mode’. Jongens droegen net als meisjes een schortje zolang zij “in de rokkies” gingen.[7]
Tussen de leeftijd van 5 en 7 jaar gingen jongens een broek dragen. De tijd hing samen met de leeftijd waarop kinderen zindelijk werden. De schortjes voor meisjes waren vaak roodbont geruit, terwijl de jongens donkerblauwe droegen met een wit motief. De boezels voor jongens in museumcollecties hebben vaak een druiventrosmotief. Dit motief kom je ook tegen op andere kledingstukken van Marken en werd ook gebruikt in het interieur als gordijnen voor de bedstee.
Druiventrossen kunnen verschillende betekenissen hebben, waaronder vruchtbaarheid, maar zullen in dit geval een link hebben met het christendom. Een tros druiven kan symbool staan voor het Laatste Avondmaal en het bloed van Jezus Christus, zoals ook de miswijn dit vertegenwoordigd.
De bevolking op Marken was voornamelijk protestants en met de klederdracht werd dit op verschillende wijzen geuit. Niet alleen met het druiventrosmotief, maar ook met andere onderdelen van de dracht: die werden aangepast op zondag en voor naar de kerk, voor verschillende feestdagen of stadia van rouw.
Tussen Pinksteren (mei-juni) en Sint Maarten (11 november) werd de zomerboezel gedragen. Deze blauw-witte schortjes voor jongens zijn er in allerlei druiventrosmotieven. Later lijkt het erop dat elke blauw-witte stof welkom was.[8] Ik vond er één met een soort ruitmotief, één met hele fijne bloementjes en een aantal met batik-achtige motieven.[9] Zo ook het exemplaar met de Arabische kalligrafie.
Ik bezocht het TRC in Leiden om het Kalligrafie Batik-schortje en enkele andere stukken uit de collectie te bekijken. Het TRC heeft een interessante textielverzameling vol verschillende technieken en allerlei soorten klederdrachten. De door mij gevraagde stukken werden uit het depot gehaald en zorgvuldig uitgestald op een plak bekleed met stof. Ik was vrij om ze te fotograferen én aan te raken om ze beter te bekijken.
Tot mijn verbazing bleek het schortje bij nadere inspectie geen batik te zijn, maar een gedrukte imitatie. Een ander schortje uit de TRC-collectie, waar ik om gevraagd had, betrof ook een imitatie-batik. Ik herkende het motief van een Vlisco-waxprint die ik thuis heb, waarin een David-ster omringt wordt door bladeren, met een craquelé effect op de achtergrond. Het Kalligrafie Batik-schortje van het TRC is dus een kopie van een kopie van een kopie: eerst een geschrift (vermoedelijk) uit het Ottomaanse Rijk, toen een Indonesische batik en nu een imitatie-batik oftewel een waxprint.
Omdat bij het kopiëren van originele batiks vaak het patroon net iets verandert, wordt het minder goed leesbaar. In dit geval zou het interessant zijn als het geschrift beter leesbaar zou zijn en ik het mogelijk zelfs kon koppelen aan een gebed of bepaalde handeling binnen het Islamitische geloof. Daarnaast hoopte ik dat het origineel mij misschien meer duidelijkheid zou geven hoe en wanneer de stof op Marken terecht gekomen is. Omdat ik eerder al een keer een originele batik gevonden had waarop een andere imitatie-batik van Vlisco was gebaseerd, ging ik op zoek.[10]
Ik vond de originele batik bij toeval in een online catalogus (afbeelding 7). Het patroon is duidelijk hetzelfde, zelfs de gespiegelde kalligrafie die in een driehoek loopt. Ik dacht eerst dat dit misschien een drukfout was, of dat ze het gespiegeld hadden om een herhalend patroon te maken, maar het zit dus al in het origineel!
Ik heb helaas nog geen extra informatie over deze batik, maar ik ben zeker van plan om het verder uit te pluizen. Het verhaal is dus nog niet af, maar wat bijzonder dat dit ene schortje je meeneemt op een reis van het Ottomaanse rijk, naar het Indonesische Sumatra en via het Helmondse Vlisco naar Marken.
Twee geloven komen op het schort op ongebruikelijke wijze samen. Is het een clash of een match, wie zal het zeggen?
Met dank aan het Textile Research Center en kunstenaar Ada van Hoorebeke.
Dit blog is deel van de serie 'Fashion My Religion!' in samenwerking met FASHIONCLASH Festival.
Op 15 - 17 juni 2018 presenteert FASHIONCLASH de jubilieumeditie van het internationale en interdisciplinaire modefestival. Het thema Fashion My Religion! duikt in op één van de meest actuele thema’s van het moment: religie. En dan met de name de relatie van geloof tot geslacht, haardracht of bijvoorbeeld kledij. FASHIONCLASH daagt deelnemers en bezoekers uit om middels mode de bestaande religieuze tradities en taboes te onderzoeken, te belichten of te doorbreken.
In de aanloop naar het festival publiceert Modemuze in samenwerking met FASHIONCLASH een serie blogs die religie en religieuze verwijzingen in de mode onderzoeken.
Meer over FASHIONCLASH? Fashionclash.nl
‘Het mysterie van het Oosterse wens-hemd’.
‘Where Batik Belongs’ over kunstenaar Ada van Hoorebeke op mijn blog De reis naar Batik.
‘Turn Of A Century’ op mijn blog De reis naar Batik: een mooi voorbeeld van islamtische invloed op batik waarbij de hoofden van mensen veranderd zijn in bloemen.
[1] Het project was ‘Fake Calligraphy’ van Ada van Hoorebeke en Maartje Fliervoet in samenwerking met Manoeuvre in Gent, uitgevoerd bij WIELS in Brussel.
[2] Tegenwoordig worden de batiks gemaakt op Sumatra zelf o.a. in Palembang en Jambi.
[3] Voorbeelden uit de collectie van Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen en het Wereldmuseum met de zoekterm ‘Kalligrafie Batik’.
[4] Zie omschrijving van het hesje uit de collectie van Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen. Van de hesjes wordt beweerd dat deze gedragen werden door strijders, ofwel tegen de Nederlanders op Sumatra tijdens de Atjeh-oorlog (1873–1914), ofwel later toen Indonesië onafhankelijk werd.
[5] Hoofdstuk 8 ‘Islamic talisman, the calligraphy batiks’ van Fiona Kerlogue uit het boek Batik, Drawn in Wax.
[6] Voor meer over de dracht op Marken, bekijk de Community Dressing documentaire aflevering 2 op YouTube.
[7] Uit het boek ‘Marken’ van Dr. P.J. Kostelijk en B. De Kock.
[9] Schort, collectie Zuiderzeemuseum, objectnummer 021828. Schort voor jongen, collectie Zuiderzeemuseum, objectnummer 012284. Schort, collectie Zuiderzeemuseum, objectnummer 012285. Apron, collectie Textile Research Centre, objectnummer TRC 2016.0720.
[10] Mijn Modemuzepost ‘Batik ‘Tiga Negeri’ & de Java Print ‘Good Living’.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie