Schitterend | Damast en Glas van Klassiek tot Art Deco

 
persglasservies K.P.C. de Bazel 1920, glasfabriek Leerdam - collectie Glasmuseum Leerdam. damast: Chris Lebeau 'Stervariaties' (nr. 203) 1932, E.J.F. Van Dissel & Zn - collectie TextielMuseum, foto: Josefina Eikenaar.
nov '16 12
okt '17 29
Tentoonstelling
TextielMuseum, Tilburg

Voor een mooi gedekte tafel werd vroeger glanzend linnen damast gebruikt. Sprankelend glaswerk zorgde voor een feestelijk geheel. De tentoonstelling Schitterend | Damast en Glas, van Klassiek tot Art Deco  laat een samenspel zien van glaskunst en textielvormgeving in Nederland; van de klassieke 19de-eeuwse decoraties en de art nouveau rond 1900 tot de art deco in de jaren ’30.

Elke periode kende haar eigen vernieuwende ontwerpen in tafelgoed. De combinatie met toonaangevend Nederlands glaswerk geeft een prachtig resultaat. Onderdeel van de tentoonstelling is opnieuw uitgebracht art nouveau tafelgoed van Chris Lebeau, gemaakt in het TextielLab.

Klassiek damast en glas

Druivenranken, bloemen, eenvoudige sterren of Griekse randen (meanders) zijn in de 19de eeuw veelgebruikte motieven voor zowel tafelgoed als voor glaswerk. Toch ontstaat er halverwege de 19de eeuw onvrede over de artistieke kwaliteit van veel fabrieksproducten. De patronen, al lang in gebruik, raken langzaam sleets door elementen steeds opnieuw te kopiëren. Ze zijn vaak te overdadig en de composities te willekeurig. In Nederland leidt deze kritiek aan het einde van de eeuw tot veranderingen, die een vernieuwing van de toegepaste kunst inluiden.

Samenwerking tussen kunst en industrie

Rond 1900 gaan kunstenaars nauwer samenwerken met de industrie. Een goed ontworpen product moet volgens hen voor iedereen bereikbaar zijn en met vakmanschap worden uitgevoerd. De vernieuwingen zijn zichtbaar in het glaswerk, maar ook bij de linnenweverijen. De art nouveau inspireert ontwerpers tot het ontwerpen van sierlijke patronen met een rijke uitstraling. Eén van de linnenweverijen, die het voortouw hierin neemt, is E.J.F. Van Dissel & Zonen in Eindhoven. Samen met hun sterontwerper Chris Lebeau zorgen zij voor het mooiste damast dat in Nederland is geproduceerd.

De Glasfabriek Leerdam maakt een omwenteling door onder leiding van P.M. Cochius. Hij vraagt architecten als H.P. Berlage en K.P.C. de Bazel om glas te ontwerpen, later gevolgd door Lebeau. De keuze om goede ontwerpers in te schakelen werpt zijn vruchten af. De verkoop gaat succesvol, maar toch zijn de producten meestal te duur voor het grote publiek. Behalve het persglasservies van De Bazel. Dit is in een aantal kleuren in grote hoeveelheden geproduceerd.

Glaswerk: W.J. Roozendaal, servies 'Logos', 1929, Kristalunie, Maastricht, coll. Nationaal Glasmuseum Leerdam; damast: Chris Lebeau, damast Arabesk (nr. 202). ca. 1932, E.J.F. Van Dissel & Zn. Eindhoven, collectie TextielMuseum, foto: Josefina Eikenaar.
Glaswerk: W.J. Roozendaal, servies 'Logos', 1929, Kristalunie, Maastricht, coll. Nationaal Glasmuseum Leerdam; damast: Chris Lebeau, damast Arabesk (nr. 202). ca. 1932, E.J.F. Van Dissel & Zn. Eindhoven, collectie TextielMuseum, foto: Josefina Eikenaar.

Art deco

Omstreeks 1920 wordt de vormentaal uitbundiger met geometrische motieven. Dergelijke ontwerpen worden aangeduid met de naam art deco en de Nederlandse variant ervan, de Amsterdamse School. Daarna volgt de intrede van het modernisme met zijn strakkere lijnvoering. De damastweverijen maken in die tijd nog steeds een grote bloei door. Jaap Gidding, bekend vanwege de inrichting van het Tuschinsky theater in Amsterdam in de stijl van de Amsterdamse School, en Kitty van der Mijll Dekker, afkomstig van het Bauhaus, maken ook damastpatronen.

Vanaf begin jaren ’20 zorgt A.D. Copier als vaste ontwerper bij Glasfabriek Leerdam voor een continue stroom aan nieuwe ontwerpen voor de kunstnijverheidscollectie. Voor zijn drinkserviezen gebruikt hij eenvoudige, functionele vormen, die bij het publiek zeer goed aanslaan. In navolging van Leerdam gaat de Maastrichtse glasfabriek Kristalunie aan het einde van het decennium ook kunstenaars aantrekken om de collectie te vernieuwen. De bekendste zijn Jan Eisenloeffel, Piet Zwart en W.J. Roozendaal.

Lebeau by TextielMuseum

Het TextielMuseum ontwikkelt jaarlijks nieuwe producten voor het textiellabel by TextielMuseum. Het gaf Iris Toonen en Elske van Heeswijk van Studio Prelude de opdracht het klassieke linnengoed ‘Visschen’ (nr. 561) van sierkunstenaar Chris Lebeau uit 1926 te herinterpreteren en een ontwerp te maken met nieuwe kleuren en materialen. Ze verdiepten zich in de verschillende bindingen en herontdekten op die manier het art nouveau dessin. Het resultaat zijn prachtige eigentijdse producten, waarin een echo van het verleden doorklinkt. Door deze herinterpretatie leeft het erfgoed van Chris Lebeau nog vele jaren voort.

Het tafelgoed, in de expositie ‘SCHITTEREND’ gepresenteerd met bijpassend glaswerk, is te koop in de TextielShop. Tevens is de film te zien, waarin de ontwerpers op de voet worden gevolgd gedurende hun werkperiode in het TextielLab.

Voor meer info zie TextielMuseum.nl.