Na de uitbundige periode van de rococo, ook wel de Lodewijk XV-stijl genoemd, ontstaat er met de ontdekkingen van Pompeï en Herculaneum een hernieuwde interesse in de klassieke oudheid. De speelse...
Na de uitbundige periode van de rococo, ook wel de Lodewijk XV-stijl genoemd, ontstaat er met de ontdekkingen van Pompeï en Herculaneum een hernieuwde interesse in de klassieke oudheid. De speelse en asymmetrische rococostijl met de uitbundige krulmotieven wordt overgenomen door de Lodewijk XVI-stijl die zich kenmerkt door symmetrische en classicistische versieringen. De waaierbladen zijn veelal van zijde en krijgen een symmetrisch en geordend karakter door het gebruik van ovalen en cirkels, ook wel cartouches genoemd. In deze cartouches worden liefdesscenes geschilderd. De achtergrond van het achterblad blijft vrijwel onversierd. Op deze waaier zijn vijf cartouches aangebracht waarin liefdestaferelen zijn geschilderd. De figuren zijn gekleed in eigentijds kostuum. De benen zijn van ajour bewerkt ivoor.
Na de uitbundige periode van de rococo, ook wel de Lodewijk XV-stijl genoemd, ontstaat er met de ontdekkingen van Pompeï en Herculaneum een hernieuwde interesse in de klassieke oudheid. De speelse en asymmetrische rococostijl met de uitbundige krulmotieven wordt overgenomen door de Lodewijk XVI-stijl die zich kenmerkt door symmetrische en classicistische versieringen. De waaierbladen zijn veelal van zijde en krijgen een symmetrisch en geordend karakter door het gebruik van ovalen en cirkels, ook wel cartouches genoemd. In deze cartouches worden liefdesscenes geschilderd. De achtergrond van het achterblad blijft vrijwel onversierd. Op deze waaier zijn vijf cartouches aangebracht waarin liefdestaferelen zijn geschilderd. De figuren zijn gekleed in eigentijds kostuum. De benen zijn van ajour bewerkt ivoor. De vouwwaaier heeft een dubbel ecru waaierblad. Het voorblad is van tafzijde en beschilderd met vijf cartouches van jeugdige liefdestaferelen gekleed in de mode van 1780-1790. Langs de randen van het voorblad zijn goudkleurige bloemen aangebracht. Het achterblad is van effen satijn. Het montuur bestaat uit 16 aaneengesloten benen van ajour bewerkt ivoor versierd met plantmotieven. Door het hoofd van de benen steekt een koperen sluitpin met paarlemoeren knoppen en een sierlijk gebogen koperen waaierring met een goudkleurige en ecru kwast. De buitenbenen hebben een lengte van 26,5 cm. Het waaierblad heeft een lengte van 12 cm. De spanwijdte van de waaier is 49 cm.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie