Schouderdoek

 

Een schouderdoek van helderrode zijde. De inslag is met extra gouddraad doorweven, in de songket techniek. Hierbij worden tijdens het weefproces, aan de inslag van het weefsel met goud omwonden...

Objectnummer
RV-300-330
Instelling
Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen
Periode
1875-1878
Herkomst
Sumatera Barat (provincie)

Een schouderdoek van helderrode zijde. De inslag is met extra gouddraad doorweven, in de songket techniek. Hierbij worden tijdens het weefproces, aan de inslag van het weefsel met goud omwonden draden toegevoegd, die samen de versieringsmotieven vormen. De openingen in de schering om de patroondraad door te halen worden meestal gemaakt door een patroonophaler en patroonlatten. Dit ingewikkelde proces werd vroeger vooral aan de vorstenhoven in Zuidoost-Azië toegepast. De zijde en het gouddraad waren afkomstig uit China. Op het middenveld van de doek zijn er grote ruiten met een gevulde ruit op de hoekpunten en een kwadraat of stervormig figuur (bunga durian) als kern. Aan de smalle einden een rij van varenblad, gevolgd door aaneengesloten, gevulde ruiten. Aan de korte einden een rij van kruizen, gevolgd door lange strepen. Aan de lange randen brede en smalle, met ruiten gevulde strepen. Aan de smalle zijden opgenaaid goudpassement met franjes van gouddraad. De grote patronen worden pucuak rabuang, salapah-salapah en bunga durian genoemd. Pucuak rabuang symboliseert verantwoordelijkheid voor zichzelf en anderen. Salapah-salapah verwijst naar de vorm van een tabak doos. Het is een typerend patroon uit Sungayang. Het heeft vermoedelijk geen belangrijke betekenis. Deze doek werd vertoond bij de wereldtentoonstelling in Parijs in 1878. Dergelijke doeken werden gebruikt als schouderdoek voor de bruidskleding in Payakumbuh, in het district Lima Puluh Kota. De songket techniek is gebruikt bij de schouderdoeken van verschillende klederdrachtpoppen.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie